T03 - Préférer, aimer, adorer, détester + le/la/l' & les

Bonjour tout le monde!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde!

Slide 1 - Tekstslide

Hebben wij zin in de les? :)
A
Natuurlijk
B
Altijd
C
Ja
D
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Les objectifs
Tu peux / Tu sais :


1 conjuguer correctement les verbes.
2 utiliser les règles correctement.

Aan het einde van deze les weet je dat je bij de werkwoorden préférer, aimer, détester, adorer een lidwoord moet toevoegen en kan je dat toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling van regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER
Bijvoorbeeld:
  • danser
  • travailler
  • donner
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden. 

Slide 4 - Tekstslide

De stam
De stam maak je door -ER van het hele werkwoord  af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:
parler --> parl-
danser --> dans-

Slide 5 - Tekstslide

De uitgangen: indicatif présent

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de stam van het werkwoord 'chercher'?

Slide 7 - Open vraag

Kies de juiste zin.
ww = AIMER
A
J'aime la musique.
B
Je aime la musique.
C
J'aimes la musique.
D
J'aiment la musique.

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste zin.
ww = PARLER
A
Nous parles le français.
B
Nous parlons le français.
C
Nous parlent le français
D
Nous parlez le français.

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste zin.
ww = REGARDER
A
Ils regardes le football.
B
Ils regardons le football.
C
Ils regardez le football.
D
Ils regardent le football.

Slide 10 - Quizvraag

Préférer, aimer, adorer, détester + le, la, l' & les

verkiezen/liever hebben          = préférer
houden van                                    = aimer
dol zijn op                                       = adorer
een hekel hebben aan              = détester 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Aimer, adorer, préférer, détester
+ le, la, l' & les OF infinitif

  • Na de regelmatige werkwoorden adorer, aimer, détester en préférer gebruik je in het Frans meestal le, la, l' of les OF een infinitief. 

  • In het Nederlands gebruik je hier géén lidwoord!
    Voorbeeld: 
    Mijn ouders zijn dol op tennis             Mes parents adorent le tennis. 
    Ik hou van chocolade.                             J'aime le chocolat.
    

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

C'est vrai ou faux?
Je préfère musique!
Vrai
Faux

Slide 16 - Poll

Welke zin is juist?
A
Elle préfère le bus
B
Elle préfère l'bus

Slide 17 - Quizvraag

Vul de goede vorm is: le - la - l' - les
Tu aimes ........ français?

Slide 18 - Open vraag

Vul de goede vorm in: le - la - l' - les.
Claire déteste .............. histoire.

Slide 19 - Open vraag

Vul de goede vorm in: le - la - l' - les
On déteste ......... maths.

Slide 20 - Open vraag

Vul de goede vorm in: le - la - l' - les.
J'adore ....... biologie.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide