In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Romantiek en Realisme
Vlucht uit het alledaagse
Slide 1 - Tekstslide
Planning A6 Herhaling Examenstof
8 maart Afsluiten Hofcultuur
15 maart Toetsweek 3
22 maart Toetsweek 3
29 maart Romantiek en Realisme
5 april Paasmaandag
12 april Cultuur van de Moderne
19 april Cultuur van de Massa Laatste reguliere les
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Slide 3 - Woordweb
de steenbrekers - Gustave Courbet 1849
De Vrijheid leidt het volk - Eugène Delacroix
1830
Venus laat Helena verliefd worden op Paris -
Angelika Kauffmann
1790
Neoclassicisme 1760-1840
Romantiek 1800-1870
Realisme 1840-1880
Slide 4 - Tekstslide
Kernconcepten
Samenvatting in 1 slide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Vondst Pompeii is uniek: Door vulkaanuitbarsting volledig geconserveerde Romeinse stad
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Bekijk deze afbeelding goed voor de vraag hierna
Slide 13 - Tekstslide
Welke vormgevingsaspecten versterken het leed?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Belangrijke uitvinding
De verftube, bedacht in de apotheek om medicijnen langer goed te houden, zorgde ervoor dat schilders live buiten konden schilderen. Hiervoor moesten zij buiten schetsen en het reproduceren in het atelier
Slide 19 - Tekstslide
Architectuur
Inspiratie uit vroeger tijden, zowel qua vormgeving als qua proces. Opkomst Neo-stijlen
Neo-Gotiek
Neo-classicisme
Neo-renaissance
Neo-romantiek
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Contrast fabrieken
Zie de tegenstelling met fabrieken: Hier gaat het om het ambacht, talent. Aandacht voor het product én het proces.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Wat is een SALON in de 19e eeuw?
A
Openbare kunstexpositie voor de adel
B
Openbare kunstexpositie voor kunstenaars en kopers
C
Schitterende huiskamer in een decoratieve stijl
D
Een soort museum waar iedereen kon komen kijken.
Slide 27 - Quizvraag
Waarom wordt de architectuur van het realisme ook wel Ingenieursarchitectuur genoemd?
A
Omdat alleen ingenieurs deze architectuur waarderen
B
Omdat die vernoemd is naar de architect Inge Nieur.
C
Omdat de gietijzeren of stalen constructie zichtbaar blijft
D
Omdat vooral bouwkundige ingenieurs vooral gebruikmaken v. deze stijl
Slide 28 - Quizvraag
Wat bedoelde de jury van de Salon met een 'R' op de achterkant van de schilderijen?
Dan was het werk aan te bevelen, de 'R' van Reusable (groots, meeslepend, positief)
Dan was het werk niet te moeite waard, het was de 'R' van Refuse
(afgewezen, negatief)
Slide 29 - Sleepvraag
Hoe wordt de arbeider afgebeeld in dit werk van Meunier?
Zielig en arm
Waardig en voornaam
Slide 30 - Sleepvraag
Leg uit waarom dit een voorbeeld van realisme is.
Slide 31 - Open vraag
Tot welke kunststroming behoort dit werk?
A
Impressionisme
B
Postimpressionisme
C
Japonisme
D
Symbolisme
Slide 32 - Quizvraag
Noem een zichtbaar kenmerk van Impressionisme
Slide 33 - Woordweb
Noem iets wat je van deze les over dit onderwerp gaat onthouden.