Thema 4, week 4 Werkwoordendictee

lesdoel
Ik kan het hele werkwoord /de infinitief correct spellen.

de infinitief
betekent
het hele werkwoord
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Basisschool

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

lesdoel
Ik kan het hele werkwoord /de infinitief correct spellen.

de infinitief
betekent
het hele werkwoord

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe kun je de infinitief ook wel noemen?
A
appel methode
B
persoonsvorm
C
hele werkwoord
D
woordenboekvorm

Slide 3 - Quizvraag

Jij sliep vannacht.
Vannacht was jij aan het .......

Slide 4 - Open vraag

Ik probeer het.
Ik zal het het .......

Slide 5 - Open vraag

Ik liep.
Ik kan .......

Slide 6 - Open vraag

Zij schreef een brief.
Ik kan en brief .......

Slide 7 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord van:

lees
A
lezen
B
lesen
C
leezen
D
leest

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het hele werkwoord van:

Ik las een boek
A
lezen
B
lesen
C
leezen
D
leest

Slide 9 - Quizvraag

Hij rent naar de overkant.

Wat is het hele werkwoord van "rent"?
A
ren
B
rent
C
rennen
D
gerend

Slide 10 - Quizvraag

LESDOEL
Ik kan het tegenwoordig deelwoord correct spellen.

Slide 11 - Tekstslide

NIEUW!!!!!

Het tegenwoordig deelwoord geeft aan hoe iets gedaan wordt.

Je schrijft achter het hele werkwoord een -d.

Slide 12 - Tekstslide

Werkwoord: fluiten
fluitend
Ik fiets fluitend naar mijn werk
Al fluitend fietste ik naar mijn werk.
Het tegenwoordig deelwoord geeft aan
hoe iets gedaan wordt.


 Je kunt vaak zinnen maken die beginnen met het woordje al.


Slide 13 - Tekstslide

Wat is het tegenwoordig deelwoord van
BEDRIEGEN

Slide 14 - Open vraag

Wat is het tegenwoordig deelwoord van
WAARSCHUWEN

Slide 15 - Open vraag

AAN HET WERK
 Thema 4, week 4
Werkwoordendictee

KLAAR
werk aan je weektaak

Slide 16 - Tekstslide