6.7: Voortplanting zonder bevruchting

Voortplanting bij planten en dieren
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voortplanting bij planten en dieren

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?

-Herhalen
-Uitleg basisstof 6.7
-Aan het werk 

Slide 2 - Tekstslide

Noem 3 manieren van verspreiding zaden:

Slide 3 - Open vraag

Je ziet hier:
A
Bestuiving
B
Verspreiding zaden

Slide 4 - Quizvraag

Via welke manier van verspreiding kunnen zaden het verste weg komen?
A
Via verspreiding door de wind
B
Via verspreiding door dieren
C
Via verspreiding door zichzelf
D
Allemaal even ver

Slide 5 - Quizvraag

Hoe worden deze
zaden verspreid?
A
wind
B
dieren
C
bloem zelf

Slide 6 - Quizvraag

De mannelijke voortplantingscel van een plant noemen we ....
A
de eicel
B
de stuifmeelkorrel
C
de zaadcel

Slide 7 - Quizvraag

De vrouwelijke voortplantingscel noemen we....
A
stuifmeelkorrels
B
zaadcel
C
eicel

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel celkernen heb je als de celkern van een eicel en de celkern van een stuifmeelkorrel samensmelten?
A
1 celkern
B
2 celkernen
C
4 celkernen

Slide 9 - Quizvraag

Tijdens de zalmtrek zwemmen zalmen van de oceaan naar de rivier waar ze ooit geboren zijn. In de rivier komen de zalmen samen om eitjes te bevruchten.
Waar worden de eitjes van de zalmen bevrucht?
A
in de mannetjeszalm
B
in de vrouwtjeszalm
C
in het water van de rivier
D
in het water van de oceaan

Slide 10 - Quizvraag

Waar vindt de bevruchting van de eicellen van insecten plaats?
A
op bladeren
B
in het mannetjesinsect
C
in het vrouwtjesinsect
D
in het water

Slide 11 - Quizvraag

Lesdoelen

-  Je kunt voorbeelden geven van voortplanting zonder bevruchting



Slide 12 - Tekstslide

Stekken
= een deel van de plant groeit uit als nieuwe plant. Er vindt geen bevruchting plaats. Het nieuwe plantje heeft dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouder

Slide 13 - Tekstslide

Knollen
Een aardappelplant kan voorplanten via knollen. 

Een knol is een verdikte stengel en bevat veel reserve voedsel.

Een knol heeft knoppen (ogen) waar uitlopers aan groeien waar nieuwe knollen aan groeien.

Slide 14 - Tekstslide

Bollen
Tulpen kunnen voortplanten met bollen. 

Een bol bestaat uit verdikte bladeren die je rokken noemt. 

Tussen de rokken zitten knoppen die uitgroeien tot nieuwe bollen.

Slide 15 - Tekstslide

Kwallen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Aan het (huis)werk

Lees blz. 166 t/m 168
Maak basisstof 6.7 opdracht 1, 2, 3, 4

Klaar?
Leer de begrippen van 6.1 t/m 6.8
Maak de test jezelfs van 6.1 t/m 6.6

 









Slide 18 - Tekstslide