BVVJ Thema 7.8 Voortplanting zonder bevruchting

Thema 7 Voortplanting bij planten en dieren
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 7 Voortplanting bij planten en dieren

Slide 1 - Tekstslide

Wat gebeurd er bij zaadverspreiding?
A
De zaadjes blijven hangen aan de bloem
B
De zaadjes vallen een eind van de ouderplant af
C
De zaadjes verspreiden zich binnen een bepaalde cirkel
D
De zaadjes verdwijnen

Slide 2 - Quizvraag

Verspreiding door wind
Verspreiding door plant zelf
Verspreiding door dieren

Slide 3 - Sleepvraag

BVVJ Thema 7.8 Voortplanting zonder bevruchting

Slide 4 - Tekstslide

Voortplanting zonder bevruchting

Leerdoel
 Je kunt voorbeelden geven van voortplanting zonder bevruchting.

Slide 5 - Tekstslide

Voortplanting zonder bevruchting
1. Stekken
2. Knollen
3. Bollen 
4. Kwallen

Slide 6 - Tekstslide

Stekken
Een deel van de plant kan doorgroeien tot een nieuwe plant. 
De plant behoud zijn erfelijke eigenschappen. 

Bij voortplanting zonder bevruchting hebben de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouder. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Knollen
Een aardappelplant kan zich voortplanten met knollen. Een knol is een verdikt deel van de stengel. Een knol bevat veel reservevoedsel.  
Uit één knop groeit een aardappelplant. Een deel van de plant groeit uit tot een nieuwe plant. Aan de nieuwe plant ontstaan weer knollen.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Bollen
Tulpen kunnen zich voortplanten met bollen. Een bol bestaat uit verdikte bladeren. Dat zijn de rokken. 
De rokken zitten vol reservevoedsel. 
Tussen de rokken zitten knoppen.
Als een bol in het voorjaar uitloopt, ontstaat uit één knop een plant. De andere knoppen worden nieuwe bollen. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Kwallen
Bij alle dieren vindt voortplanting plaats door bevruchting. Maar er zijn ook dieren waar dit nodig is, zoals de kwal. 
Een kwal begint zijn leven als poliep . Een poliep is een diertje dat vastzit aan de grond. In de poliep ontstaan kleine kwalletjes die aan elkaar vastzitten. 

De baby-kwalletjes laten los en groeien uit tot volwassen kwallen.
Bij volwassen kwallen vindt voortplanting met bevruchting plaats. Uit de bevruchte eicel groeit weer een poliep.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bij stekken vindt bevruchting plaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Wat zit er in een knol?
A
Weinig reservevoedsel
B
Veel reservevoedsel
C
Eiwitten
D
Eicellen

Slide 18 - Quizvraag