In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Prijs
Week 6
Slide 1 - Tekstslide
Toets
In week 10 (dus over 3 weken)
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we bespreken:
Video's van week 5
* Verdienmodellen
* Homogene en heterogene producten
* Marktvormen
Slide 3 - Tekstslide
Welke begrippen vind je lastig?
Slide 4 - Woordweb
De kerstman koopt via Bol.com voor jouw een kerstcadeau en betaald via iDeal. Van welke verdienmodel is hier sprake?
A
Yield model
B
Advertentiemodel
C
Directe transactie
D
Makelaarsmodel
Slide 5 - Quizvraag
De kerstman is op zoek naar een nieuwe rendier en neemt contact op met de een uitzendbureau. Van welke verdienmodel is hier sprake?
A
Makelaarsmodel
B
Instapmodel
C
Veilingmodel
D
Yield model
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Video
Is Coca Cola een homogeen of heterogeen product?
A
Homogeen product
B
Heterogeen product
Slide 8 - Quizvraag
Een bedrijf in foute kersttruien doet veel aan productvernieuwing door elk jaar met nieuwe collecties te komen. Dit doet het bedrijf om in te spelen op de heftige concurrentie in de markt. Van welke marktvorm is hier sprake?
Slide 9 - Open vraag
Als er sprake is van een markt met weinig aanbieders, dan is er sprake van een oligopolie. Wat doen aanbieders in een (homogeen) oligopolie wanneer een van de aanbieders de prijs verlaagt?
Slide 10 - Open vraag
Een markt wordt gedomineerd door twee grote partijen. Hierbij wordt nauwelijks op prijs geconcurreerd. Alleen een duidelijke positionering zal voor een bedrijf tot succes leiden. Van welke marktvorm is hier sprake?
Slide 11 - Open vraag
Wat moeten/kunnen bedrijven binnen een monopolistische concurrentie doen om klanten te trekken?