RCS 4 Verkiezingen

4. Verkiezingen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4. Verkiezingen

Slide 1 - Tekstslide

We kunnen in Nederland op verschillende zaken stemmen:
- Het Europees Parlement
- De Tweede Kamer
- De Provinciale Staten
- De gemeenteraad
- De Waterschappen
We kennen in Nederland passief en actief kiesrecht. 

Wat is het verschil?
Actief kiesrecht is het gaan stemmen
Passief kiesrecht is zelf op een kieslijst staan

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De zwevende kiezer

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Waarom stem je op een partij?
- De standpunten
- Jouw belangen
- Strategisch
- Lijsttrekker

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Evenredige vertegenwoordiging: alle stemmen worden verdeeld over het totale aantal zetels
Districten- of meerderheidsstelsel: de kandidaat in het district met de meeste stemmen wint.

Slide 9 - Tekstslide

Het kabinet
Allereerst wordt een informateur benoemd die gaat onderzoeken welke partijen samen willen en kunnen werken.
Als dat gelukt is vormen die partijen een coalitie (Huidige coalitie: CDA, VVD, CU, D66)
Als de informateur klaar is wordt een formateur benoemd die de geschikte mensen gaat aanwijzen voor ministers en staatssecretarissen. De formateur wordt meestal de minister-president

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Tekstslide

Normaal gesproken zit er een kabinet voor een periode van 4 jaar, maar soms ontstaat er een crisis binnen het kabinet en "valt" het kabinet. Er komen dan vervroegde verkiezingen. Het kabinet blijft dan wel nog aan totdat er een nieuw kabinet is. Het heet dan een demissionair kabinet.

Slide 13 - Tekstslide