1.3 In de tijd van regenten en vorsten

1.3: de tijd van regenten en vorsten 
  1. In deze paragraaf leer je hoe een schilder omging met zijn vrijheden.
  2. In deze paragraaf leer je welke rechten Nederlanders hadden in de 17e eeuw.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

1.3: de tijd van regenten en vorsten 
  1. In deze paragraaf leer je hoe een schilder omging met zijn vrijheden.
  2. In deze paragraaf leer je welke rechten Nederlanders hadden in de 17e eeuw.

Slide 1 - Tekstslide

Welke verschillen vallen op tussen de schilderijen?

Slide 2 - Open vraag

Waarom heet tijdvak 6 ook alweer 'de tijd van regenten en vorsten'?

Slide 3 - Open vraag

Bespreken vragen 1.2

Slide 4 - Tekstslide

vraag 2

Bijvoorbeeld:



In de Blijde Inkomst (1356) staat dat onderdanen niet
hoeven te gehoorzamen aan een vorst die zich niet aan de afspraken houdt. De
schrijver van het Plakkaat (1581) beroept zich hierop omdat Filips na Karel de
privileges had geschonden met de toepassing van het Eeuwig Edict (1550).  

Slide 5 - Tekstslide

vraag 3

Bijvoorbeeld:



a Karel V en
Filips II versterkten het centrale bestuur en bestreden protestanten met
centrale rechtbanken. Dat ging ten koste van de rechten van steden en gewesten
om zichzelf te besturen en hun onderdanen zelf te berechten. Onder Filips II nam
het verzet daartegen van lagere edelen en regenten toe, wat onder meer leidde
tot de Opstand.



b In vervolg op de
Unie van Utrecht werd als compromis afgesproken dat er geen godsdienstvrijheid
maar gewetensvrijheid zou zijn, en dat de regenten overal zelf bepaalden welke
rechten de geloven verder kregen.



Slide 6 - Tekstslide

vraag 10

Bijvoorbeeld:



De tekst gaat zeker over vrijheidsrechten ('vrijheden')
en waarschijnlijk over politieke rechten:
speciale
en afzonderlijke privileges, statuten, rechten van iedere provincie en van haar
afzonderlijke steden.

Slide 7 - Tekstslide

vraag 12

12



Bijvoorbeeld:



a Bron 14:
Het Plakkaat van Verlatinge:



-  is verkozen tot pronkstuk van Nederland
vanwege de nationalistische symboolwaarde ervan



- was ook
vastgesteld uit naam van een groot deel van België



- was niet
van tevoren gepland



- betrof
geen nationale soevereiniteit in de huidige betekenis



Bron 15: Het
Plakkaat van Verlatinge:



- betrof de
romp van de gewesten die de Opstand voortzetten



- was een revolutionair
besluit
van de Staten-Generaal in het noorden om het moreel te sterken



- leidde tot de stichting van de
Republiek, waarvan het huidige Nederland de opvolgerstaat is



- is de onafhankelijkheidsverklaring
van Nederland



b Ik vind
het een goed idee om de saamhorigheid van het Nederlandse volk te bevorderen. Of: Ik vind het geen goed idee vanwege
de meningsverschillen en discussies die het zou oproepen.



 

Slide 8 - Tekstslide

Het sinterklaasfeest
400 jaar geleden al onderwerp van debat.... en nu nog steeds.

Het sinterklaasfeest is van origine een katholiek feest voor de heilige St. Nicolaas. Toch werd het niet verboden in het calvinistische Nederland na 1648.

Slide 9 - Tekstslide

Waarom denk je dat de regenten het sinterklaasfeest niet wilden verbieden?

Slide 10 - Open vraag

Vrijheden in de Republiek
  • De gereformeerde (calvinistische) kerk was de enige officiële kerk.
  • Opvatting van de regenten: overheid moet één geloof bevorderen om 'chaos en burgeroorlog te voorkomen'

Katholieken: gewetensvrijheid, maar hun kerk was verboden!

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent gewetensvrijheid ook alweer?

Slide 12 - Open vraag

Vrijheden in de republiek (2)
Niet alleen katholieken hadden minder rechten. Ook de lutheranen en vrijzinnige remonstranten en de joden. Zij werden wel gedoogd.

Toch kwamen er veel migranten (met andere religieuze opvattingen) naar de Republiek.


Slide 13 - Tekstslide

Waarom kwamen er veel migranten naar de republiek?

Slide 14 - Open vraag

De Republiek als 'tolerant' handelsland
Tolerantie en handelsbelangen versterken elkaar! 
Maar dit verschilde per stad. In Amsterdam, Rotterdam en Middelburg mochten Joden synagoges bouwen, maar in Leiden en Utrecht niet.

Slide 15 - Tekstslide

Rene Descartes 
'Cogito Ergo Sum'
Franse filosoof en wiskundige, leefde in de Republiek

Stelde wonderlijke gebeurtenissen uit de Bijbel aan de kaak. Dit mocht in de Republiek.

Het ontkennen van het bestaan van God mocht niet.

Slide 16 - Tekstslide

Gebruik paragraaf 6.2 van het handboek.

Leg een verband tussen het ontstaan van vrijheidsrechten en politieke rechten en het kenmerkend aspect: de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.

Slide 17 - Open vraag

Huiswerk
Doorlezen 1.4 en maken van 1.3: 4, 10 en 12.  

Slide 18 - Tekstslide