FSH & LH: beïnvloeden testes en ovaria
TSH (thyroïdstimulerendhormoon): beïnvloed de schildklier
Oxytocine: stimuleert het ontstaan van weeën, melksecretie en het ontstaan van band tussen partners/moeder en kind.
ADH (antidiuretisch hormoon): regelt de resorptie van water in de nieren, hierdoor constante osmotische waarde.
GH (Groeihormoon): regelt groei en ontwikkeling