1v - H4.1 - H4.3 Ongelijkheid - Herhalingsles

1a - Herhalingsles H4.1 - H4.3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1a - Herhalingsles H4.1 - H4.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centrum
Semi periferie
Periferie 
Diensten
Laag inkomen
Belangrijke rol wereldhandel
Landbouw
Industrie
Hoge productiviteit 
Welvaart neemt sterk toe
Machines

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het begrip de armoedegrens?
A
Hoeveel geld je betaal voor een BigMac.
B
Hoeveel geld je elke dag nodig hebt voor eten, onderdak en kleren.
C
Hoeveel geld je moet verdienen voor de nieuwe Playstation.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zegt de prijs van een Big Mac
over de economie van een land?
A
Of de producten in een land duur of goedkoop zijn.
B
Of je een Big Mac in dat land kunt kopen.
C
Of MacDonalds dat een rijk genoeg land vind voor zijn bedrijf.
D
Helemaal niks, is alleen maar voor de leuk

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij de formele sector?
A
Wel belasting betalen
B
Wel minimumloon
C
Geen belasting betalen
D
Bij overheid bekend werk

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

semi-periferie
Centrum
Periferie

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken het bbp/hoofd:
Inwoners: 250.000
Inkomen: €300.000.000

Slide 7 - Open vraag

300.000.000 / 250.000 = 1200
Welke vorm van ongelijkheid zie je hier?
A
Ruimtelijke ongelijkheid
B
Sociale ongelijkheid
C
Beide
D
Geen van bovenstaande

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lokaal
Nationaal
Regionaal
Mondiaal
Continentaal
Utrecht
Nederland
Europa
Amersfoort
Wereld
Provincie / regio
Werelddeel
Plaats
Land

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

2 beweringen:
1. Wanneer je in een land de regionale ongelijkheid zichtbaar wil maken op een kaart, dan moet je gebruik maken van het BRP/hoofd
2. Wanneer je de regionale ongelijkheid binnen Zuid-Amerika zichtbaar wil maken, dan gebruik je het BBP/hoofd

A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het HDI bestaat uit
A
BNP/hoofd, geboortecijfer en levensverwachting
B
BNP/hoofd, analfabetisme en levensverwachting
C
BNP/hoofd, geboortecijfer sterftecijfer
D
analfabetisme, geboortecijfer sterftecijfer

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling verband centrum-periferiemodel en beroepsbevolking
Periferie
Semi-periferie
Centrum

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart
Welzijn
BBP/hoofd
Beroepsbevolking
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad
Koopkracht

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar in Nederland in de ongelijkheid het grootst?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk het kaartje. Gaat dit over sociale ongelijkheid of regionale ongelijkheid?
A
sociale ongelijkheid
B
regionale ongelijkheid

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart berekenen we o.a. met het bbp/hoofd.
Wat is hier een nadeel van?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke sector van economische activiteit?
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair
D
Informeel

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontwikkeld een land is, kun je vaak weten door te kijken naar de beroepsbevolking. Wat voor soort werk doen de mensen?
Centrum
Periferie
Semi-periferie
Tertiaire sector
Secundaire sector
Primaire sector

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor het SO:
  • Maak een samenvatting (hier schrijf je belangrijkste dingen per paragraaf onder elkaar)
  • Of maak een mindmap ( maak takjes van alle belangrijke woorden). 
  •  Bekijk goed mijn powerpoints (in teams). 
  • Vergeet niet de begrippenlijst (p.226) te leren. Maak hier eventueel flashcards van. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies