spreektaal vaktaal vorm medium

Programma
Schrijftaal en spreektaal (les 39)
Vakjargon en andere sociolecten
Taalverloedering is soms taalverandering
Hoe je met opmaak kunt communiceren (les 40)
Teksten moeten passen bij je publiek (les 41)
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma
Schrijftaal en spreektaal (les 39)
Vakjargon en andere sociolecten
Taalverloedering is soms taalverandering
Hoe je met opmaak kunt communiceren (les 40)
Teksten moeten passen bij je publiek (les 41)

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf een zin die je nooit in formele schrijftaal tegen zou komen. Liefst beetje chille zin :)

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

De taal verloedert?
Een aardige meisje, hij heb, hun hebben = fout
U hebt, hele mooie en jij kan  = goed
Maar blijft dit zo ....? 
Taal verandert!  Cool, inkoppertje, coronakilo's zijn ingeburgerd.
Straks ook sgoed, FF kappuh en kapot mooi?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Jargon
Ander woord voor vaktaal
Een dokter praat over ' fracturen' en 'trauma'
Een manager over 'targets' en 'incentives' 

Slide 9 - Tekstslide

Sociolect
Groepstaal 
Bijvoorbeeld jongerentaal, straattaal, voetbaltaal, gametaal



Slide 10 - Tekstslide

Taal zegt iets over wie je bent
Heej Lautiej,   Lang nie gesproken 
Hoestie?
Me mij alles ok 
Alles goe op sgol?
Jij heb vast hele goeie cijfurs! 
Bennu saaiii nederlands aan t makuhh!
Wa doe jij nu? Ga je van t wiekent nog iets spr spannends doen? 
Maar ik gahhhhhhh! Ik moe weg! Doeg tot morguh! Laterzzz xxx- 4-ever friends

Slide 11 - Tekstslide

Wat weet je over de schrijver?

Slide 12 - Open vraag

Vorm = inhoud
Via de opmaak communiceer je!
Een rouwkaart ziet er anders uit dan een verjaardagskaart
Voor een sollicitatiebrief gebruik je geen wilde lettertypes
Een jongerentijdschrift is kleuriger dan een kwaliteitskrant

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Welke opmaak past bij een sollicitatiebrief?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Stel je solliciteert bij Albert Heijn. Wat wil je toekomstige werkgever niet van je weten?

Slide 24 - Open vraag

Verplaats je in je publiek
Wie leest jouw tekst en waarom?
Wat weet deze persoon al (voorkennis)?
Check of je tekst nuttig, passend en begrijpelijk is!

Slide 25 - Tekstslide

Wat is je medium?
Het medium is het middel dat de boodschap draagt, bijvoorbeeld Instagram, een flyer, een brief of de krant

Elk medium kent zijn eigen spelregels!!!!!!

Slide 26 - Tekstslide

Welk medium is geschikt?

Damian wil zijn longboard verkopen
A
LinkedIn
B
De nieuwsbrief van het werk van zijn vader
C
Marktplaats
D
Een spandoek voor het huis

Slide 27 - Quizvraag

Welk medium is geschikt?
Rijkswaterstaat wil laten weten dat op de A12 een ongeval is gebeurd.
A
Instagram
B
Bewegwijzeringsbord langs de weg
C
Twitter
D
Het informatiepaneel boven de weg

Slide 28 - Quizvraag

Huiswerk
Maak alle vragen van les 39, 40 en 41 en lever deze in via Teams

Slide 29 - Tekstslide