§ 2.4 Geld moet rollen

§ 2.4 Geld moet rollen
H2 Geld genoeg?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§ 2.4 Geld moet rollen
H2 Geld genoeg?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van
§ 2.3 Wie leent, maakt schulden

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

§ 2.4 Geld moet rollen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de functies van geld en de rol van banken?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
In deze les leer je:
  • op welke manieren je geld gebruikt
  • hoe banken bemiddelen bij vraag naar en aanbod van geld
  • hoe de hoogte van de rente bepaald wordt
  • hoe banken geld verdienen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Geldfuncties

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Giraal en chartaal geld

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van geld
Ruilmiddel               Spaarmiddel          Rekenmiddel

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuw saldo berekenen
Oud saldo
+ Ontvangsten
- Uitgaven
------------
Nieuw saldo

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het saldo?
Creditsaldo: een positief saldo, ‘in de plus’
Debetsaldo: een negatief saldo, rood staan of ‘in de min’
Nieuw saldo berekenen:


Bekijk het rekeningoverzicht op de telefoon.
Wat is het saldo op dit moment?
€ 2.452,20
Hoeveel was het saldo op 24 maart?
€ 2.452,20 + € 4,75 + € 9,20 = € 2.466,15






Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Banken
Belangrijk voor het geldverkeer.
Bemiddelen tussen vraag naar geld en aanbod van geld.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ECB
Europese Centrale Bank

Rentebeleid: ECB beslist over een basisrente die banken in de eurozone als uitgangspunt nemen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rol van de bank en de ECB
Banken bemiddelen tussen de vraag naar geld en het aanbod van geld.
Aanbod van geld: komt van spaarders, de bank betaalt hun rente als vergoeding.
Vraag naar geld: komt van gezinnen en bedrijven die geld willen lenen, zij betalen rente.

Rente = de prijs van geld.
Rente hoog → meer sparen, minder lenen
Rente laag → minder sparen, meer lenen

ECB (Europese Centrale Bank) = de centrale bank voor de eurozone.
De ECB bepaalt voor alle eurolanden de basisrente.



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ECB

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Banken zijn commercieel
Rente op leningen (debetrente) zijn inkomsten voor de bank.
Rente op sparen (creditrente) kost de bank geld. 

Omdat de bank winst wil maken, moet de rente op leningen hoger zijn. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Winst voor de bank
Banken verdienen geld met:
regelen girale betalingen en ontvangsten
  • sparen
  • lenen
  • verzekeren
Creditrente: rente over tegoeden, lager dan debetrente.
Debetrente: rente over tekorten, hoger dan creditrente.
Het verschil is (bruto)winst voor de bank.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk!
1. Theorie van paragraaf 2.4 lezen
2. Opdrachten 1, 4, 5, 8, 9, 12 en 13

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Afsluiten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra uitleg
Kijk voor meer uitleg de volgende video's

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies