3vwo wiskunde H4.2

3 vwo
Vrijdag 19 januari
§4.2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3 vwo
Vrijdag 19 januari
§4.2

Slide 1 - Tekstslide

§4.2 theorie A
Procentuele verandering =                                                     %


Voorbeeld: de prijs van een t-shirt is gestegen van 12 euro naar 15 euro. Bereken de procentuele verandering.
  •                                       %


OUD(NIEUWOUD)100
12(1512)100=25
Relatieve verandering

Slide 2 - Tekstslide

''Hoeveel procent is A meer (of minder) dan B?''

                                 %
BAB100

Slide 3 - Tekstslide

Opgave 16c (blz. 146)
Bereken de relatieve afname van het aantal bovenbouwleerlingen.

Slide 4 - Open vraag

Opgave 16c
Aantal bovenbouwleerlingen voor de zomervakantie = 1480 - 828 = 652 
Aantal bovenbouwleerlingen na de zomervakantie = 1569 - 1012 = 557

Relatieve afname =                                                                   %

percentages altijd afronden op 1 decimaal
652(557652)10014,6

Slide 5 - Tekstslide

§4.2 theorie B
Stel een bioscoopkaartje kost €9,50. De prijs wordt verhoogd met 8%. Wat is de nieuwe prijs?
  • 100% + 8% = 108%    -----> keer 1,08
  • NIEUW = 1,08 * OUD
  • NIEUW = 1,08 * 9,50 = €10,26
  • 1,08 is de vermenigvuldigingsfactor die hoort bij een toename van 8%

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de vermenigvuldigingsfactor die hoort bij een procentuele toename van 43%?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de vermenigvuldigingsfactor die hoort bij een procentuele afname van 15%?

Slide 8 - Open vraag

§4.2 theorie B
Procentuele afname van 15%.
100% - 15% = 85 %         -----> vermenigvuldigingsfactor 0,85

Dus bij een procentuele afname is de vermenigvuldigingsfactor kleiner dan 1.

Slide 9 - Tekstslide

§4.2 theorie C
Procentuele toename van 18 %.
  • Vermenigvuldigingsfactor 1,18
  • NIEUW = 1,18 * OUD


Slide 10 - Tekstslide

§4.2 theorie C
Procentuele toename van 18 %.
  • Vermenigvuldigingsfactor 1,18
  • NIEUW = 1,18 * OUD

Stel we weten dat NIEUW = 230 euro. Wat is OUD?

Slide 11 - Tekstslide

§4.2 theorie C
Procentuele toename van 18 %.
  • Vermenigvuldigingsfactor 1,18
  • NIEUW = 1,18 * OUD

Stel we weten dat NIEUW = 230 euro. Wat is OUD?
                          Dus OUD =                                                    euro 

1,18NIEUW=1,18230194,92

Slide 12 - Tekstslide

Een t-shirt wordt met 13% afgeprijsd en kost nu €16,-.
Wat kostte het t-shirt eerst?

Slide 13 - Open vraag

13% minder--> vermenigvuldigingsfactor 0,87
NIEUW = 0,87 * OUD


Slide 14 - Tekstslide

13% minder--> vermenigvuldigingsfactor 0,87
NIEUW = 0,87 * OUD

Dus 

                                          euro

OUD=0,87NIEUW
OUD=0,8716=18,39

Slide 15 - Tekstslide

§4.2 theorie D
In de tweede klas volgen 24 leerlingen gymnasium, dat is 30% van het totaal aantal leerlingen. 
Hoeveel leerlingen zitten er totaal in de derde klas?
                                 DEEL = 0,30 * TOTAAL

                                 Dus 

TOTAAL=0,30DEEL=0,324=80

Slide 16 - Tekstslide