Lezen signaalwoorden verbanden energiedranken

En jij: Hoe vaak drink je energiedranken en welke gevaren heeft het denk je?
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

En jij: Hoe vaak drink je energiedranken en welke gevaren heeft het denk je?

Slide 1 - Open vraag

Welke redenen verwacht je dat kinderartsen hebben voor het verbod op energiedranken?

Slide 2 - Woordweb

Is energiedrank een verslavend middel volgens jou? Onderbouw je antwoord.

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Chronologisch tekstverband herken je aan de volgende signaalwoorden:
A
Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook nog, bovendien.
B
Eerst, vroeger, later, nu, vervolgens, nadat, etc.
C
Hoewel, echter, maar, daarentegen, ondanks.
D
Bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou.

Slide 5 - Quizvraag

Opsommend tekstverband herken je aan de volgende signaalwoorden:
A
Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook nog, bovendien.
B
Eerst, vroeger, later, nu, vervolgens, nadat, etc.
C
Hoewel, echter, maar, daarentegen, ondanks.
D
Bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou.

Slide 6 - Quizvraag

Toelichtend tekstverband herken je aan de volgende signaalwoorden
A
Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook nog, bovendien.
B
Eerst, vroeger, later, nu, vervolgens, nadat, etc.
C
Hoewel, echter, maar, daarentegen, ondanks.
D
Bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou.

Slide 7 - Quizvraag

Opsommend tekstverband herken je aan de volgende signaalwoorden
A
Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook nog, bovendien.
B
Eerst, vroeger, later, nu, vervolgens, nadat, etc.
C
Hoewel, echter, maar, daarentegen, ondanks.
D
Bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou.

Slide 8 - Quizvraag

Maar er zijn veel meer tekstverbanden.....

Slide 9 - Tekstslide

Lees de verbanden en de bijbehorende signaalwoorden in stilte.

timer
3:00

Slide 10 - Tekstslide

Welke tekstverbanden
kennen jullie nu? Schrijf ze 1 voor 1 op.

Slide 11 - Woordweb

Nieuwsbegrip
Lees: Tekst A en B zelfstandig

Maak: opdracht 1 B

Hoe? : in tweetallen fluisterend overleggen

timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

1B: Welke verbanden heb je gevonden? Schrijf op: verband met bijbehorend signaalwoord en regelnummer. Bv: chronologisch; eerst en daarna; regel 66 en 67
timer
2:00

Slide 13 - Open vraag

Nieuwsbegrip

Maak: opdracht 2 en 3

Hoe? : zelfstandig in stilte

timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Kwamen de argumenten in de teksten overeen met je verwachting? Onderbouw je antwoord.

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Video