4.2 Kernstraling

Straling
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Straling

Slide 1 - Tekstslide

Radioactieve stoffen en kernstraling

Slide 2 - Tekstslide

Het atoom
Bij kernstraling ontstaat de straling binnen in het atoom.

Wat is ook alweer een atoom?

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen. Met slechts 117 atomen kunnen miljoenen moleculen gebouwd worden.

Voorbeeld:
water bestaat uit:
2 waterstofatomen en 1 zuurstofatoom

Daarom: H2O

Slide 4 - Tekstslide

Ander voorbeeld
Alcohol bestaat uit 
2 koolstof atomen (C)
6 waterstof atomen (H)
1 zuurstof atoom (O)

Slide 5 - Tekstslide

Als je water ontleedt,
krijg je waterstof en zuurstof
De stof water
1
Een stof bestaat uit moleculen
2
Moleculen bestaan uit atomen
3
Atomen bestaan uit protonen, elektronen en neutronen
4

Slide 6 - Tekstslide

Samenstelling van het atoom
Kern
Neutronen en protonen
Rond de kern
Elektronen

Slide 7 - Tekstslide

Er bestaan in totaal 117 soorten atomen
Molecuul dat uit één soort atomen bestaat

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

0

Slide 10 - Video

Samengevat
De kern van een atoom is opgebouwd uit protonen en neutronen.
  • Proton: positief
  • Neutron: neutraal (geen lading)
  • Elektron: negatief

Slide 11 - Tekstslide

Hoe bepaal je de samenstelling van een atoom?

Gebruik hiervoor de Binas, tabel 32

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Onthouden:
  • Het atoomnummer = aantal protonen
  • Het massagetal = aantal protonen + neutronen
  • Het aantal elektronen is gelijk aan het aantal elektronen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Isotopen
Atomen met hetzelfde aantal protonen maar met een verschillend aantal neutronen heten isotopen.

Zie tabel 32

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

Radioactieve stoffen
Radioactieve stoffen zenden spontaan ioniserende straling uit.
Dit heet kernstraling

Radioactieve stoffen vind je overal, meestal in kleine hoeveelheden: in de bodem, het water, in lucht, in gebouwen en zelfs in je lichaam.


Uraniumerts
1

Slide 18 - Tekstslide

Stabiele en instabiele kernen
Stabiele kernen veranderen niet uit zichzelf en daardoor zijn deze stoffen niet radioactief.

Een radioactieve stof heeft atoomkernen die instabiel zijn. 
Deze kernen veranderen uit zichzelf
en zenden daarbij een kleine hoeveelheid straling uit: 
dit noemen we radioactief verval.

Slide 19 - Tekstslide

Belangrijkste radioactieve stoffen
uranium (U)
radium (Ra)
 polonium (Po)
koolstof (C-14).

Slide 20 - Tekstslide

Ioniserende straling

In de vorige paragraaf hebben we geleerd dat ioniserende straling moleculen kapot kan maken. 

Slide 21 - Tekstslide

Radioactief verval

Slide 22 - Tekstslide

Alfastraling
Deze straling heeft een klein doordringend vermogen, want een vel papier houdt de straling al tegen. 
Het symbool van deze straling is de letter α (alfa).


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Bètastraling
Bètastraling gaat door het papier heen, maar een plaatje aluminium houdt bètastraling tegen. 
Deze kernstraling heeft dus een groter doordringend vermogen dan alfastraling. 
Het symbool voor bètrastraling is de Griekse letter β (bèta).


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Gammastraling
Gammastraling gaat zelfs door lood heen, maar wordt gestopt door een dikke laag beton. Deze elektromagnetische straling heeft een groot doordringend vermogen. 
Het symbool is de Griekse letter γ (gamma).

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Radioactief verval

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video