Unit 3, Lesson 2.2 Vergelijken

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Tuesday, 14 January 2025
Friday

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken 
  • Als je iets wilt zeggen, steek je je hand op
  • Je luistert en bent dus stil
  • Je werkt mee
  • Je schrijft mee in je schrift/werkboek/Chromebook
  • Je kletst niet met je klasgenoten en reageert niet op/naar anderen
  • Je gebruikt je Chromebook alleen als het nodig is
  • Je maakt je huiswerk, of je ouders worden geïnformeerd

Slide 3 - Tekstslide

Plan for today
Unit 3 Money
Lesson 3.2
Words / Prases
Recap: Vergelijken
PractiseMore
Homework

Slide 4 - Tekstslide

Unit 3 Lesson 3.2
StudyGo
Words, page 113

GT- Unit 3, Lesson 2, page 146
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Unit 3 Lesson 2, page 113
GT - Unit 3, Lesson 2, page 146

Slide 6 - Tekstslide

To be

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

TO BE GOING TO
Wanneer?
Om aan te geven wat iemand van plan is of wat zeker zal gebeuren.
Hoe?
to be (am/is/are) + going to + hele ww
Voorbeeld?
I am going to visit my friends this weekend.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Page 114

Slide 11 - Tekstslide

Degrees of comparison

Slide 12 - Tekstslide

Comparisons
Als we het hebben over comparisons (vergelijkingen), dan gebruiken we altijd:
bijvoeglijke naamwoorden (woorden die dus iets vertellen over een zelfstandig naamwoord). 

Neem dat wat in de blokjes staat over: 
Zelfstandig naamwoord: 

woorden waar je de, het en een voor kunt zetten. 

(mensen, dieren en dingen)
Bijvoeglijk naamwoord: 

Woorden die iets zeggen over een zelfstandig naamwoord.

Slide 13 - Tekstslide

Trappen van vergelijking (korte  bijvoeglijke woorden)To be

 - één lettergreep of twee lettergrepen:  -er / -est




Small - smaller - (the) smallest                  

Slow - slower - (the) slowest

Easy- easier- (the) easiest    y - iest 

Slide 14 - Tekstslide

Look at the picture!

Slide 15 - Tekstslide

Compare players: number 2 & number 3!
Use the word "tall"

Slide 16 - Open vraag

Vergrotende & Overtreffende

woorden met twee lettergrepen           -er / -est  OF more / most


Woorden die eindigen op -le / -er / -ow / -y : -er / -est

simple - simpler - simplest

clever - cleverer - cleverest

narrow - narrower - narrowest

happy - happier - happiest

Slide 17 - Tekstslide

Give two forms for the word:
Easy
A
easier
B
more easier
C
most easiest
D
easiest

Slide 18 - Quizvraag

This is Lisa. She is 27 years old.
Her brother is 31, so he is:​
A
old
B
older
C
oldest

Slide 19 - Quizvraag

Let's practise
Unit 3 Money
Do:
Exc. 19, page 114

GT: Exc. 7, page 53


timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Trappen van vergelijking (lange bijvoeglijke woorden)

Drie (3) lettergrepen of meer... (soms ook twee)


more / (the) most 

Slide 21 - Tekstslide

Vergrotende & Overtreffende
interesting
more interesting
most interesting
beautiful
more beautiful
most beautiful
+ MORE
+ MOST

Slide 22 - Tekstslide

Vergrotende & Overtreffende

alle andere woorden met krijgen     ....more / most


famous -  more famous - (the) most famous

careful - more careful - (the) most careful

Slide 23 - Tekstslide

Give two forms for the word:
Expensive
A
expensiver
B
more expensive
C
most expensive
D
expensivest

Slide 24 - Quizvraag

Kim is ...... beautiful girl I know.
A
the most
B
more
C
the more

Slide 25 - Quizvraag

Football (soccer) is ...... popular in Europe than in USA.
A
the most
B
more
C
popularer

Slide 26 - Quizvraag

De uitzonderingen:

good - better - (the) best

bad - worse - (the) worst

much/many - more - (the) most

little - less -(the) least


Slide 27 - Tekstslide

Let's practise
Unit 3 Money
Do:
Exc. 24, page 119
Exc. 20, page 116 +
Exc.21/23/25/26, page 116 -120

GT: Exc. 18/20/21/22/23, page 102       -105



timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

Recap
So what do you know about 'Degrees of comparison' (vegelijken) ?

Slide 29 - Tekstslide

Tuesday, 21 January 2025

Study: Unit 3, lesson 3.2
Do: 
Exc.20/ 24/, page 116 /119
Exc.21/23/25/26, page 116 -120
+ PractiseMore - Lesson 2

GT: Exc. 18/20/21/22/23, page 102 -105

Slide 30 - Tekstslide