Criminaliteit 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Bij het einde van de timer

• Stil
• Ipad plat op tafel
• Mobiel weg

Klassenregels:

•     We gaan tijdens de les niet naar de wc
•     We blijven van elkaar af
•     Tijdens de les is het stil
•     We letten op ons taalgebruik

[e-mail]

Theorieën over criminaliteit

• Cesare Lombroso (1909); honderden mannen en vrouwen onderzocht, naar kenmerken die veel voorkomen bij criminelen...

Betrouwbaar? Nee, geloofwaardig in die tijd? Jazeker!

1. Persoonlijkheidstheoerie

Sigmund Freud

• Oerdriften: agressie en seks
• Geweten: stemmetje in ons hoofd om deze drang in bedwang te houden.
  
• Mensen die deze driften niet in bedwang kunnen houden zijn crimineel
  

2. Bindingstheorie

• Bindingen in het leven: Vrienden, familie, werk, etc. 

• Bindingen zorgen ervoor dat je van het slechte pad afblijft

• Geen vrienden of familie? dan heb je niemand om je te remmen.
  

3. Etiketteringstheorie

'Als je een misdaad begaant wordt je door de maatschappij gezien als een misdadiger'

• Label (etiket) misdadiger, dus ga je je hiernaar gedragen.
  

4. Aangeleerd-gedrag-theorie

• Jongeren worden vaker crimineel als zij omgaan met jongeren die al crimineel zijn

• Meeloopgedrag, na-aapgedrag
  

Waar komt crimineel gedrag dan wel vandaan?

Risicofactoren; omstandigheden die crimineel gedrag vergroten

• Opvoeding
• Groepsdruk
• Alcohol of drugs
• Spijbelen of schooluitval
• Biologische factoren
  

Biologische factoren

• Psychiche stoornissen

• Extremer reageren op situtaties omdat ze de gevolgen niet kunnen inzien.
  

Maatschappelijke omstandigheden

• Minder strenge normen; In achterstand wijken wordt er anders tegen crimineel gedrag aan gekeken.

• Minder sociale controle; Afhankelijk van de plek waar je opgroeit of mensen je in de gaten houden. Achterstands wijken, kijken mensen minder snel op van crimineel gedrag.