H7 Leerdoel 2 HV1

Ik kan een grafiek maken bij een formule.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ik kan een grafiek maken bij een formule.

Slide 1 - Tekstslide

Samenstelling van deze les
  • Uitleg leerdoel aan de hand van succescriteria
  • Slides met theorie, voorbeelden en filmpjes.
  • Aan de slag
  • Check
  • Afsluiting


Slide 2 - Tekstslide

Ik kan een grafiek maken bij een formule.
Succescriteria
Ik weet wat een (woord)formule.
Ik kan een formule gebruiken om een antwoord te berekenen.
Ik kan een tabel tekenen bij een formule.
Ik kan een assenstelsel tekenen.
Ik kan een grafiek bij een tabel tekenen.
 







Slide 3 - Tekstslide

Slides met theorie, voorbeelden en filmpjes.

Slide 4 - Tekstslide

Woordformule
In een woordformule staat op een korte en handige manier hoe je iets berekent. 
Ofwel een regel in woorden met wiskundige symbolen opgeschreven.

Voorbeeld notatie
5 + 2 x aantal uren = huurprijs fiets
huurprijs fiets = 5 + 2 x aantal uren
                    

Let op je uitwerking en de notatie!
Een formule heeft twee onbekenden.

Slide 5 - Tekstslide

Notatie formule gebruiken 
Stap 1  Noteer de formule                    
Stap 2  Noteer wat je gaat invullen.
Stap 3  Bereken 
Stap 4  Geef antwoord op de vraag.

Slide 6 - Tekstslide

Notatie formule gebruiken 
Stap 1  Noteer de formule                    
Stap 2  Noteer wat je gaat invullen.
Stap 3  Bereken 
Stap 4  Geef antwoord op de vraag.
Statiegeld = 1,50 + 0,10 x aantal flesjes

Slide 7 - Tekstslide

Notatie formule gebruiken 
Stap 1  Noteer de formule                    
Stap 2  Noteer wat je gaat invullen.
Stap 3  Bereken 
Stap 4  Geef antwoord op de vraag.
Statiegeld = 1,50 + 0,10 x aantal flesjes
aantal flesjes = 12


Slide 8 - Tekstslide

Notatie formule gebruiken 
Stap 1  Noteer de formule                    
Stap 2  Noteer wat je gaat invullen.
Stap 3  Bereken 
Stap 4  Geef antwoord op de vraag.
Statiegeld = 1,50 + 0,10 x aantal flesjes
aantal flesjes = 12

Statiegeld = 1,50 + 0,10 x 12 
              = 1,50 +     1,20    = 2,70


Slide 9 - Tekstslide

Notatie formule gebruiken 
Stap 1  Noteer de formule                    
Stap 2  Noteer wat je gaat invullen.
Stap 3  Bereken 
Stap 4  Geef antwoord op de vraag.
Statiegeld = 1,50 + 0,10 x aantal flesjes
aantal flesjes = 12

Statiegeld = 1,50 + 0,10 x 12 
              = 1,50 +     1,20    = 2,70

Dus ze krijgt € 2,70 statiegeld.

Slide 10 - Tekstslide

Tabel bij een formule tekenen 
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.

Statiegeld = 1,50 + 0,10 x aantal flesjes

Slide 11 - Tekstslide

Tabel bij een formule tekenen 
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel met potlood en geodriehoek.


Slide 12 - Tekstslide

Tabel bij een formule tekenen 
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel met potlood en geodriehoek.

Stap 3  Zet bij de bovenste rij de hetgeen die je invult in de formule.

Slide 13 - Tekstslide

Tabel bij een formule tekenen 
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel met potlood en geodriehoek.

Stap 3  Zet bij de bovenste rij de hetgeen die je invult in de formule.
Stap 4  Zet bij de onderste rij hetgeen je wilt berekenen met de formule.


Slide 14 - Tekstslide

Tabel bij een formule tekenen 
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel met potlood en geodriehoek.

Stap 3  Zet bij de bovenste rij de hetgeen die je invult in de formule.
Stap 4  Zet bij de onderste rij hetgeen je wilt berekenen met de formule.

Stap 5  Noteer in de bovenste rij de getallen die je wilt invullen in de formule.

Slide 15 - Tekstslide

Tabel bij een formule tekenen 
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel met potlood en geodriehoek.

Stap 3  Zet bij de bovenste rij de hetgeen die je invult in de formule.
Stap 4  Zet bij de onderste rij hetgeen je wilt berekenen met de formule.

Stap 5  Noteer in de bovenste rij de getallen die je wilt invullen in de formule.
Stap 6  Vul de getallen in de formule in en bereken. 
           Noteer de uitkomst in de onderste rij van je tabel.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Grafiek bij een formule tekenen
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel bij de formule (zie stappenplan tabel tekenen).


Slide 18 - Tekstslide

Grafiek bij een formule tekenen
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel bij de formule (zie stappenplan tabel tekenen).

Stap 3   Stapgrootte assen bepalen, gebruik eventueel een zaagtand.

Slide 19 - Tekstslide

Grafiek bij een formule tekenen
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel bij de formule (zie stappenplan tabel tekenen).

Stap 3   Stapgrootte assen bepalen, gebruik eventueel een zaagtand.
Stap 4   Assen benoemen (Waar gaat het over? grootheden/eenheden).


Slide 20 - Tekstslide

Grafiek bij een formule tekenen
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel bij de formule (zie stappenplan tabel tekenen).

Stap 3   Stapgrootte assen bepalen, gebruik eventueel een zaagtand.
Stap 4   Assen benoemen (Waar gaat het over? grootheden/eenheden).

Stap 5   Punten uit de tabel in het assenstelsel tekenen.

Slide 21 - Tekstslide

Grafiek bij een formule tekenen
Stap 1   Noteer de formule in je schrift.
Stap 2  Teken een tabel bij de formule (zie stappenplan tabel tekenen).

Stap 3   Stapgrootte assen bepalen, gebruik eventueel een zaagtand.
Stap 4   Assen benoemen (Waar gaat het over? grootheden/eenheden).

Stap 5   Punten uit de tabel in het assenstelsel tekenen.
Stap 6   Verbind de punten met elkaar. Je tekent nu de grafiek.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Staat de uitgewerkte opgave in je schrift?


Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven van jouw leerroute 



Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen van twee opgaven via de volgende slides.
ondersteunend: 11, O12, 12, 13, O14, 14, 16
doorlopend: 11 t/m 16
uitdagend: 11, 12, 13, 14, 16, U1, U2

Slide 25 - Tekstslide


Heb jij je werk nagekeken en verbeterd?

Slide 26 - Tekstslide


Maak opgave 12
Upload een foto van je uitwerkingen hieronder. Let op je notatie!
Ik kan een grafiek tekenen bij een formule.

Slide 27 - Open vraag


Maak opgave 16
Upload een foto van je uitwerkingen hieronder. Let op je notatie!
Ik kan een grafiek tekenen bij een formule.

Slide 28 - Open vraag


Leerdoel 2
Ik kan een grafiek maken bij een formule.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 29 - Quizvraag


Schrift controle
Upload een foto van je uitwerkingen van de opgaven die passen bij leerdoel 2. 

Slide 30 - Open vraag


Afsluitende vraag
Wat vind jij nog lastig aan dit leerdoel?

Slide 31 - Open vraag

Fijn dat je de hele les hebt doorlopen!

Check
Aantekeningen voor jezelf gemaakt bij dit leerdoel?
Alle opgaven nagekeken?
Alle slides doorgelopen en foto's ingeleverd? 

Succes met het volgende leerdoel.

Slide 32 - Tekstslide