H3 Herhalen

Hoofdstuk 3: Herhalen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Regels en grenzen
  1. RESPECT = Rekening houden met elkaar
  2. Op je plek zitten en spullen op tafel
  3. Stil zijn, vragen stellen, vinger opsteken en praten
  4. Huiswerk maken en nakijken
  5. Geen snoep, muziek, capuchon
  6. Schone werkplek
1 waarschuwing, bij de 2e waarschuwing 1 uur terugkomen

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  1. Huiswerk KLEINE TOETS HOOFDSTUK 3
  2. Terugblik vorige les
  3. Leerdoelen
  4. Uitleg herhalen hoofdstuk 3
  5. Maken herhalings- en plusopdrachten
  6. Vooruitblik volgende les

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
Pak je agenda voor je en noteer het huiswerk:
Maken herhaling en plus op blz. 104 t/m 107
Leren blz. 74 t/m 107 KLEINE TOETS HOOFDSTUK 3 

De volgende les controle en nakijken van het huiswerk!
1 waarschuwing, bij de 2e waarschuwing 1 uur terugkomen

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk vorige les
Pak je boek voor je en ga naar bladzijde 100
Kijk rekenen hoofdstuk 3 na met het antwoordenboek
Krul bij juiste antwoorden, verbeter je foute antwoorden


Tijdens het nakijken controle van het huiswerk!
1 waarschuwing, bij de 2e waarschuwing 1 uur terugkomen

Slide 5 - Tekstslide

LessonUp
  • Chromebook open en dicht
  • Inloggen
  • Lezen van de vragen
  • Vragen beantwoorden
  • Klein prijsje voor de winnaar van de quiz

Slide 6 - Tekstslide

Een baan waar iemand voor gezocht wordt
A
vacature
B
proeftijd
C
sollicitatie
D
werkloosheid

Slide 7 - Quizvraag

Als er meer vacatures komen neemt het aantal werklozen af
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Door arbeidsverdeling ontstaan specialisatie
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Een fabriek hoort bij de dienstverlenende bedrijven
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je leert wat het verschil is tussen werknemer en werkgever
  • Je leert in welke productiesectoren je kunt werken
  • Je leert wat het nut is van arbeidsverdeling
  • Je leert wat de gevolgen van technologische ontwikkelingen voor je werk kunnen zijn
  • Je leert waarom scholing belangrijk is voor je werk
  • Je leert wanneer iemand werkloos is

Slide 11 - Tekstslide

Werknemer en werkgever
Je kunt een inkomen verdienen door: 
Een eigen bedrijf: je bent dan ondernemer
  • Voordeel: eigen tijden bepalen
  • Nadeel: groter risico
Als werknemer: je bent dan in loondienst bij een bedrijf
  • Voordeel: zekerheid en vaste tijden
  • Nadeel: kunt niet zelf bepalen wat je doet

Slide 12 - Tekstslide

Vacature en sollicitatie
Een openstaande baan bij een bedrijf is een vacature.
Als jij denkt dat dat een geschikte baan voor jou is, kun je hierop solliciteren. Je laat dan weten dat je die baan graag hebben wilt.
Als je wordt aangenomen worden er afspraken gemaakt over:
  • Rechten: wat je hoort te krijgen
  • Plichten: wat je hoort te doen

Slide 13 - Tekstslide

Rechten en plichten
Als je voor een baas werkt, dan ben je een werknemer.
  • Recht is loon
  • Plicht om het werk volgens de afspraken te doen

Je baas is de werkgever
  • Recht dat het werk volgens de afspraken gedaan wordt
  • Plicht om loon uit te betalen

Slide 14 - Tekstslide

Productiesectoren
Bedrijven kun je in drie productiesectoren verdelen:
  1. Agrarische bedrijven produceren grondstoffen met behulp van de natuur (bijv. tuinbouwbedrijf).
  2. Industriële bedrijven gebruiken grondstoffen en materialen voor het produceren van goederen (bijv. scooterfabriek).
  3. Dienstverlenende bedrijven leveren diensten (bijv. een winkel).

Slide 15 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
Het werk bij bedrijven is verdeeld in verschillende banen, elk met zijn eigen taken. Dit noem je arbeidsverdeling.
Zo kan iedere werknemer doen waar hij of zij goed in is.

Door arbeidsverdeling ontstaat specialisatie. Werknemers kunnen zich ontwikkelen in één onderdeel en hier heel goed in worden. Werk waar je goed in bent doe je beter en sneller. 



Slide 16 - Tekstslide

Technologische ontwikkelingen
Door nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen (technologische ontwikkelingen) komen er nieuwe producten en veranderen bedrijven de productie

Het werk kan hierdoor veranderen, omdat bijvoorbeeld robots het werk overnemen. Of er komen nieuwe beroepen zoals webdesigners en app-ontwikkelaars.


Slide 17 - Tekstslide

Mechanisatie en automatisering
Bij mechanisatie wordt menselijke spierkracht vervangen door een machine, bijv. een hijskraan in de bouw

Bij automatisering wordt menselijk denkwerk vervangen door computers, bijv. kunstmatige intelligentie

Hierdoor verdwijnen banen maar ontstaan ook nieuwe banen

Slide 18 - Tekstslide

Scholing
Voor geschoold werk doe je eerst een opleiding. Voor ongeschoold werk heb je geen beroepsopleiding nodig. 

Omscholing is het leren van een nieuw vak of beroep waarvoor je eerder niet bent opgeleid
Bijscholing is het volgen van cursussen om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen in je vakgebied 

Slide 19 - Tekstslide

Werkloos
Als je wel wilt werken maar er geen werk voor je is, dan ben je werkloos.
Je wordt meegeteld als werkloze als je:
  • geen baan hebt
  • tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd bent
  • en actief op zoek naar werk bent
  • je meteen kunt beginnen











Slide 20 - Tekstslide

Herhalings- en plusopdrachten maken
Ga naar bladzijde 104 van je boek
Maak de herhalings- en plusopdrachten van hoofdstuk 3
Kijk de opdrachten na met behulp van het antwoordenboek

Tijdens het maken van de opdrachten is het 15 minuten stil
Steek je vinger op als je een vraag hebt!
Klaar? Ga dan verder met de oefentoets online

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Een plicht van een werknemer is om loon te ontvangen
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Bij arbeidsverdeling wordt het werk in een bedrijf verdeeld in verschillende banen
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Als het aantal werklozen toeneemt, zal het aantal WW-uitkeringen
A
gelijk blijven
B
toenemen
C
afnemen

Slide 25 - Quizvraag

Als het aantal WW-uitkeringen toeneemt, moeten de werkenden meer premie betalen
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Terugblik
Wat heb je geleerd?
  • Je leert wat het verschil is tussen werknemer en werkgever
  • Je leert in welke productiesectoren je kunt werken
  • Je leert wat het nut is van arbeidsverdeling
  • Je leert wat de gevolgen van technologische ontwikkelingen voor je werk kunnen zijn
  • Je leert waarom scholing belangrijk is voor je werk
  • Je leert wanneer iemand werkloos is

Slide 27 - Tekstslide

Vooruitblik
De volgende les gaan: KLEINE TOETS HOOFDSTUK 3

Huiswerk:
  • leren blz. 74 t/m 107 KLEINE TOETS HOOFDSTUK 3

Bedankt voor je aandacht!


Slide 28 - Tekstslide

Deze les was...

Slide 29 - Tekstslide