Poezie les 4 figuurlijk taalgebruik

Vandaag
Figuurlijk taalgebruik

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Figuurlijk taalgebruik

Slide 1 - Tekstslide

Beeldspraak
Metafoor en personificatie

Slide 2 - Tekstslide

Van veraf is die rots net een olifant


Hier wordt de rots vergeleken met een olifant


Je hebt hier dus te maken met een vergelijking


Slide 3 - Tekstslide

vergelijking

Je zet het beeld en het object naast elkaar

Vaak het woordje "als" in de zin


Van veraf is die rots net een olifant

rots = object

olifant = beeld

Slide 4 - Tekstslide

metafoor
  • Bij een metafoor vallen het object en het beeld samen.
  • Je vervangt het object helemaal door het beeld.


Bijvoorbeeld:

- Zullen we die olifant eens beklimmen?


Metaforen komen vaak voor in spreekwoorden.

Slide 5 - Tekstslide

personificatie
  • Je geeft een voorwerp, plant, dier of abstract begrip (liefde, verdriet) menselijke eigenschappen


Bijvoorbeeld:

- De zon doet zijn best tevoorschijn te komen

- De toekomst lacht me tegemoet

Slide 6 - Tekstslide

Even oefenen
Let op, je hebt maar 10 of 20 sec om te antwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Hij is zo sterk als een beer.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 8 - Quizvraag

Het opvangkamp bood de vluchtelingen een veilige haven.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 9 - Quizvraag

Leon, een boom van een vent, sloeg de inbreker neer.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 10 - Quizvraag

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 11 - Quizvraag

De kerktoren kijkt uit over de hele stad.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 12 - Quizvraag

Het schip van de woestijn sjokte in een rustig tempo door het rulle zand naar de oase.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 13 - Quizvraag

Esmeralda is een draak van een vrouw.
A
metafoor
B
vergelijking
C
personificatie

Slide 14 - Quizvraag

De zon lachte hem stralend toe.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 15 - Quizvraag

De minister-president staat aan het roer van de regering.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 16 - Quizvraag

Maken in learnbeat
- 7. Project poezie

maken opdracht 15 t/m 18


Slide 17 - Tekstslide

Opdracht

Lees het artikel.

Zoek de moeilijke woorden op.

Vat het samen alsof je het moet voorlezen in het journaal.

Lees voor aan de ander en check of jullie hetzelfde vinden.

Slide 18 - Tekstslide