NEWTON: Licht en schaduw

Licht en schaduw
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Licht en schaduw

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEZE LES
  • Wat weet je nog van?
  • Uitleg 'Licht en schaduw'
  • Zelfstandig werken
JE GAAT LEREN OVER
  • Wat een puntbron is
  • uitleggen hoe schaduwen ontstaan
  • uitleggen waar de grootte van een schaduw van af hangt
  • rekenen met vergrotingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van?

Kennistest

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor ontstaat een regenboog
A
Door erg fel zonlicht
B
Door zware regenval
C
Door zonlicht en regen
D
Door mist en zonlicht

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een lichtbron?
A
Zon
B
Lamp
C
Televisie
D
Maan

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleur zie je als je rood
en groen licht mengt?
A
Geel
B
Roze
C
Lichtblauw
D
Wit

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kleuren mengen met licht en verf is anders. Wat is het verschil?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Licht mengen <> verf mengen  

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet een blad als een groen voorwerp. Hoe komt dat?
A
Alle andere kleuren licht verdwijnen
B
Het blad absorbeert het groene licht
C
Het blad absorbeert andere kleuren licht
D
Andere kleuren licht worden weerkaatst

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Laptops dicht

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Hoe past deze les in het grotere geheel? 
Lichtstralen
Lichtstralen zijn recht.

Waar het licht op valt, wordt verlicht.

Daar waar geen licht komt, noemen we schaduw.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

puntbron
Lichtstralen zijn recht

Kleine lichtbronnen noemen we puntbronnen.

Bij een puntbron komen alle lichtstralen vanaf 1 plek.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brede lichtbron
Bij een brede lichtbron of meerdere lichtbronnen komt er van meerdere plekken licht.

Hierdoor ontstaat er verschil tussen schaduw en halfschaduw

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaduw tekenen
Teken vanaf de lichtbron een rechte lijn langs de rand van een voorwerp.

Teken een tweede rechte lijn vanaf de lichtbron naar de andere rand van het voorwerp

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot is de schaduw?
De grootte van de schaduw is te berekenen.
N = de vergrotingsfactor

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotingsfactor
De grootte van de schaduw hangt af van de afstanden:

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als het scherm 2 keer zo ver is, 
                         is de vergrotingsfactor ook 2
6 m
3 m

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En dan is het beeld ook 2 keer zo groot...
3 m
6 m

24 cm
48 cm

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotingsfactor formule  
N = vergrotingsfactor

Lengte
schaduw
Lengte
voorwerp

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotingsfactor formule
N = vergrotingsfactor
b = beeld afstand beeld (schaduw)
v = voorwerp afstand
v
b

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleur heeft schaduw?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 25 - Tekstslide

Wisselmoment: vragen?
                                     Werken aan
                                                                                 Licht en Schaduw
                                                                                 B: begrijpen
                                                                                 C: beheersen
                                                                                 D: plusvragen
                                                                                 (E: extra oefening)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies