2.3 Schaduw

2.3 Schaduw
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2.3 Schaduw

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEZE LES
  • Wat weet je nog van?
  • Uitleg '2.3 schaduw'
  • Learnbeat inloggen
  • Zelfstandig werken
JE GAAT LEREN OVER
  • Wat een puntbron is
  • uitleggen hoe schaduwen ontstaan
  • uitleggen waar de grootte van een schaduw van af hangt
  • rekenen met vergrotingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van?

Kennistest

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor ontstaat een regenboog
A
Door erg fel zonlicht
B
Door zware regenval
C
Door zonlicht en regen
D
Door mist en zonlicht

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een lichtbron?
A
Zon
B
Lamp
C
Televisie
D
Maan

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleur zie je als je rood
en groen licht mengt?
A
Geel
B
Roze
C
Lichtblauw
D
Wit

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kleuren mengen met licht en verf is anders. Wat is het verschil?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Licht mengen <> verf mengen  

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet een blad als een groen voorwerp. Hoe komt dat?
A
Alle andere kleuren licht verdwijnen
B
Het blad absorbeert het groene licht
C
Het blad absorbeert andere kleuren licht
D
Andere kleuren licht worden weerkaatst

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lichtstralen
Lichtstralen zijn recht.

Waar het licht op valt, wordt verlicht.

Daar waar geen licht komt, noemen we schaduw.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

puntbron
Lichtstralen zijn recht

Kleine lichtbronnen noemen we puntbronnen.

Bij een puntbron komen alle lichtstralen vanaf 1 plek.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brede lichtbron
Bij een brede lichtbron of meerdere lichtbronnen komt er van meerdere plekken licht.

Hierdoor ontstaat er verschil tussen schaduw en halfschaduw

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaduw tekenen
Teken vanaf de lichtbron een rechte lijn langs de rand van een voorwerp.

Teken een tweede rechte lijn vanaf de lichtbron naar de andere rand van het voorwerp

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot is de schaduw?
De grootte van de schaduw is te berekenen.
N = de vergrotingsfactor

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotingsfactor
De grootte van de schaduw hangt af van de afstanden:

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als het scherm 2 keer zo ver is, 
                         is de vergrotingsfactor ook 2
6 m
3 m

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En dan is het beeld ook 2 keer zo groot...
3 m
6 m

24 cm
48 cm

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotingsfactor formule  
N = vergrotingsfactor

Lengte
schaduw
Lengte
voorwerp

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotingsfactor formule
N = vergrotingsfactor
b = beeld afstand (schaduw)
v = voorwerp afstand
v
b

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenvoorbeeld 1
Een scherm staat op 80 cm van een lamp.
Een voorwerp staat op 40 cm van de lamp.
Hoe groot is de vergrotingsfactor?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEREKENING

G = Gegevens en Gevraagde:
afstand scherm-lamp = 80 cm
afstand voorwerp-lamp = 40 cm
vergrotingsfactor = ?
F = Formule:
N = afstand schaduw tot lamp : afstand voorwerp tot lamp
I = Invullen:
N = 80 / 40
R = Rekenen:
N = 80 / 40 = 2
E = Eenheid:
geen
Rekenvoorbeeld 1

Een scherm staat op 80 cm van een lamp. Een voorwerp staat op 40 cm van de lamp.

Hoe groot is de vergrotingsfactor?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenvoorbeeld 2
Rekenen met schaduwen:  Een scherm staat op 120 cm van een lamp.
Een pop van 12 cm hoogte staat op 60 cm van de lamp.
Hoe groot is de schaduw van de pop?
lengte schaduw = N × lengte voorwerp
afstand scherm-lamp = N × afstand voorwerp-lamp
N is de vergrotingsfactor 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BEREKENING

G = Gegevens en Gevraagde:
afstand scherm-lamp = 120 cm
afstand voorwerp-lamp = 60 cm
lengte voorwerp (pop) = 12 cm
de lengte van de schaduw = ? cm
F = Formule:
afstand scherm-lamp = N × afstand voorwerp-lamp
I = Invullen:
120 = N × 60
N = 2 (120 = 2 × 60 of = 2)
R = Rekenen:
lengte schaduw = N × lengte voorwerp
lengte schaduw = 2 × 12 cm = 24 cm
E = Eenheid:
eindantwoord is in cm genoteerd
















Rekenvoorbeeld 2

Een scherm staat op 120 cm van een lamp.
Een pop van 12 cm hoogte staat op 60 cm van de lamp.

Hoe groot is de schaduw van de pop?
lengte schaduw = N × lengte voorwerp
afstand scherm-lamp = N × afstand voorwerp-lamp
N is de vergrotingsfactor 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 24 - Tekstslide

Wisselmoment: vragen?