1.1 Introductie en geschiedenis atoommodel

Het atoommodel
(paragraaf 1.1)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Het atoommodel
(paragraaf 1.1)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Atoomnummer
(het gehele getal in het vakje)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld: rekenen aan het atoommodel van Bohr/Chadwick
  • Dit atoom heeft 11 protonen in de kern --> atoomnummer 11
  • 11 protonen --> 11 elektronen  rondom de kern
  • 12 neutronen in de kern  

Slide 10 - Tekstslide

Massagetal

De  protonen (p) en  neutronen (n) wegen 1 u.
De 1− geladen elektronen (e-) wegen ongeveer 0 u.

Het massagetal is de massa van een atoom.
Het massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
 Het aantal neutronen = massagetal - aantal protonen
deeltje
massa (u)
lading
proton
1 u
+1
neutron
1 u
0
elektron
~0 u 
-1

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld: rekenen aan het atoommodel van Bohr/Chadwick
  • Dit atoom heeft 11 protonen in de kern --> atoomnummer 11
  • 11 protonen --> 11 elektronen  rondom de kern
  • 12 neutronen in de kern  
  • massagetal=protonen+neutronen =11+12=23

Slide 12 - Tekstslide

Dus samengevat 

atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen 

aantal protonen + aantal neutronen = massagetal


Slide 13 - Tekstslide

Wat is het aantal protonen in een atoom met massagetal 35 en 18 neutronen? Welke atoomsoort is dit?

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord 
35-18=17 protonen
Dit aantal protonen hoort bij de atoomsoort chloor

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide