TaalCompleet 3.3

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

TaalCompleet 3.3

Woorden

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Geef antwoord in een hele zin.

Hoeveel slaapkamers heeft jouw huis?

Geef antwoord in een hele zin.

Heeft jouw huis een zolder?

Geef antwoord in een hele zin.

Heeft jouw badkamer een bad?

Geef antwoord in een hele zin.

Slaap jij boven of beneden?

hebben

ik heb

jij/je hebt

u heeft

hij/zij heeft

wij/we hebben

jullie hebben

zij hebben

vul de goede vorm van hebben in.
Jij ... een leuke slaapkamer.

vul de goede vorm van hebben in.
Mijn ouders ... geen zolder.

vul de goede vorm van hebben in.
Ik ... een leuk huis.

vul de goede vorm van hebben in.
Mijn huis ... drie slaapkamers.