In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Welcome B1A!
Today you need:
- Wider World book
- laptop
Please take your seat.
Put your phone +
earbuds in your bag
Log in to LessonUp.
Slide 1 - Tekstslide
Sacrifice
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Did you ever sacrifice anything for someone else? For who?
Slide 4 - Open vraag
40-dagen tijd
We leven nu in de 40-dagen tijd voor Pasen. Heel veel mensen proberen in deze tijd wat meer te letten op hoe ze leven. Ze laten alle luxe lekkernijen en leuke uitstapjes even liggen en proberen wat meer rekening te houden met elkaar, hun gezondheid en onze planeet.
In zekere zin breng je dan ook een soort van offertje.
Slide 5 - Tekstslide
Heb jij weleens meegedaan aan een vastentijd? Wat deed dit met je?
Slide 6 - Open vraag
Class rules
Try to speak as much English as you can.
Be nice to and respect each other.
Listen to the speaker in silence.
Raise your hand if have something to say.
Slide 7 - Tekstslide
Today's lesson
After this lesson I can use the superlative (overtreffende trap) to compare more than than two people or things.
Slide 8 - Tekstslide
Refresher
Slide 9 - Tekstslide
Comparative = vergrotende trap
short - shorter
tall - taller
good - better
Slide 10 - Tekstslide
Compare these people: Batman / Superman (nice)
Slide 11 - Open vraag
Superlative = overtreffende trap
tall - taller - the tallest
Slide 12 - Tekstslide
Superlative adjectives
the + adjective + -est
the tallest
the most + adjective
the most intelligent
Let op!
Er zijn meer uitzonderingen. Bestudeer de grammar op pagina 122 van je boek
Slide 13 - Tekstslide
Onregelmatige vormen
good - better - the best
bad - worse - the worst
Slide 14 - Tekstslide
Practice time
5.4 (page 62)
Exercise 3, 4 and 5
Finished? Continue with the grammar exercises on page 122.
Extra uitleg nodig? Bestudeer de grammar op pagina 122 van je boek.
timer
15:00
Slide 15 - Tekstslide
Write 2 sentences about this picture. You can use tall or small.
Slide 16 - Open vraag
How well did you do?
😒🙁😐🙂😃
Slide 17 - Poll
Reflect
I can use the superlative to compare more than two people or things.
Homework: finish the exercises.
Need more help? Ask questions or come to a flexhour.