DHV2R week 16 zakelijke e-mail h1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom DHV2Q!

Log alvast in met je eigen naam.

Deze les: 

Herhalen zakelijke e-mail schrijven

Startopdracht

Aan de slag

Zakelijke e-mail schrijven

Hoe schrijf je de inhoud
van een zakelijke brief? (4)

Zo schrijf je de inhoud

• Maak duidelijk wie je bent.
• Schrijf kort waar de e-mail over gaat.
• Stel je vraag.
• Laat eventueel weten wat je van de ander verwacht. 

Maak aantekeningen

Hoe schrijf je een e-mail
in de goede vorm? (8)

Zo schrijf je een e-mail in de goede vorm

• Noteer in een of enkele woorden het onderwerp in de onderwerpregel.

• Begin met een passende aanhef, gevolgd door een komma: Beste mevrouw Van Dijk, (als je degene kent) of Geachte heer/mevrouw, (als je degene niet kent).

• Sla een regel over. Begin met een hoofdletter op een nieuwe regel. Begin de eerste zin NOOIT met het woordje 'ik'. 

• Wees beleefd en spreek de ander aan met ‘u’.

Maak aantekeningen

Zo schrijf je een e-mail in de goede vorm

• Sla na de laatste zin een regel over.

• Zet een afscheidsgroet onder je mail. Bijvoorbeeld: Met vriendelijke groet,

• Sla weer een regel over en zet je voor- en achternaam onder je mail. Voeg zo nodig je adres en/of telefoonnummer toe.

• Controleer je e-mail op spel- en andere taalfouten en verbeter zo nodig de fouten.

Maak aantekeningen

Stel: je hebt net een nieuwe kast gekocht bij de IKEA, maar hij is bij de levering beschadigd. Je hebt gebeld met de Marieke Schippers van de klantenservice. Zij verzoekt je om foto's van de beschadigde kast te mailen naar [e-mail]. Jullie hebben besproken dat Marieke naar
aanleiding van de foto's de voorraad zal controleren, anders wordt het geld teruggestort.
Je hoopt op een snelle reactie.

Opdracht: schrijf de zakelijke e-mail. Denk aan de inhoud en de vorm!

Voorbeeld

Aan de slag

Ga naar Classroom, schrijfvaardigheid, opdrachten zakelijke e-mail schrijven.

- Als je online aanwezig bent, maak je opdracht 1 en 2. 

- Als je fysiek aanwezig bent, maak je opdracht 3.

- Voor beide groepen geldt: als je klaar bent, maak je opdracht 4.

Aan het einde van deze les heeft iedereen zijn toegewezen opdracht(en) af. Anders wordt het huiswerk.