Maken praktijkopdracht 2.1 a (blz. 26) en opdracht 2.1 c (blz. 28).
Slide 21 - Tekstslide
Regels opdracht:
Rustig werken.
In de groep blijven waar je zit.
Bij een sein van de docent van plaats veranderen.
Slide 22 - Tekstslide
Indeling groepen:
1. Nasir, Nelisha, Maynara, Adam.
2. Victoria, Alicja, Nasre T.
3. Alex, Maïssa, Tarik, Nasre M.
4. Safwan, Benthe, Robin.
5. Mahad, Mayssa, Khadija.
Slide 23 - Tekstslide
Indeling groepen:
1. Narjiss, Nona, Mohammad.
2. Lamya, Jayda, Sabira.
3. Chaymae, Alysa, Danique.
4. Ayoub, Vanessa, Gabriël.
Slide 24 - Tekstslide
Schoonmaakmiddelen:
Microvezeldoek: geen middel.
Geen microvezeldoek: wel middel.
Desinfectiemiddel bij kans op besmetting.
Soorten schoonmaakmiddel.
Slide 25 - Tekstslide
Ontvetten of ontkalken:
Speciale aanpak van schoonmaken.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Lezen van etiketten:
Wat zit erin?
Waarvoor kan je het middel gebruiken?
Hoeveel moet je gebruiken?
Slide 28 - Tekstslide
Gevaarlijke stoffen:
Wat zit erin?
Waarvoor kan je het middel gebruiken?
Hoeveel moet je gebruiken?
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Pictogrammen:
Plaatje waarop staat wat er gebeurd als het product verkeerd gebruikt wordt.
Slide 31 - Tekstslide
Pictogrammen:
Plaatje laat zien wat er gebeurd als je een product verkeerd gebruikt.
Slide 32 - Tekstslide
Gevaarsymbolen
Op schoonmaakmiddelen staan symbolen op de etiketten.
Voor een veilig gebruik van schoonmaakmiddelen is het belangrijk dat je weet wat de symbolen betekenen en dat je de informatie op de etiketten leest en toepast.
Slide 33 - Tekstslide
Bijtend
Product heeft een vernietigend effect op lichaamsweefsels als huid, ogen en slokdarm en veroorzaakt brandwonden.
Slide 34 - Tekstslide
Oxiderend
Product kan gemakkelijk vlam vatten als het in contact komt met een ontstekingsbron (brandende sigaret, lucifer, vonk).
Slide 35 - Tekstslide
Milieugevaarlijk
Product kan, als het in het milieu terechtkomt, schadelijk zijn voor de organismen.
Slide 36 - Tekstslide
Gevaar
Product kan bij inname door de mond, via de huid en door inademen mogelijk kankerverwekkend zijn of op een andere manier schadelijk voor de gezondheid, bijvoorbeeld voor de voortplanting.
Slide 37 - Tekstslide
Schaddelijk
Het gezondheidsgevaar van deze producten is minder ernstig dan bij giftige en bijtende stoffen en bij stoffen met een gezondheidsgevaar op lange termijn.
Slide 38 - Tekstslide
Gasfles
Dit zijn samengeperste gassen en vloeibaar gemaakte gassen in gasflessen. Blootstellen aan hoge temperaturen kan brand of ontploffing tot gevolg hebben.
Slide 39 - Tekstslide
Giftig
Product kan bij inname door de mond, via de huid en door inademen ernstig gevaar opleveren en dodelijk zijn.
Slide 40 - Tekstslide
Ontplofbaar
Product kan exploderen als er een ontstekingsbron (vonk, vlam, warmte) bij komt.
Slide 41 - Tekstslide
Praktijkopdrachten:
Uitleg opdrachten in het boek, groepsopdrachten opdracht 2.19 en opdracht klamvochtig afnemen .
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Video
Opdracht:
Lezen blz. 127 t/m 135.
Maken opdracht 2.20, 2.21, 2.22, 2.23, 2.24 en 2.25 (blz. 129 t/m 135).
Opdracht 2.25 in teams.
Slide 44 - Tekstslide
Opdracht:
Lezen blz. 133 t/m 135.
Maken
opdracht 2.25 in teams!
Gebruik hiervoor je boek en internet.
Slide 45 - Tekstslide
Milieu:
Slecht voor het milieu: chloor, oplosmiddelen.
Biologische schoonmaakmiddelen.
Slide 46 - Tekstslide
Combineer de pictogrammen met de juiste betekenis
Schadelijk
Bijtend
Explosiegevaar
Brandbevorderend
Brandgevaar
Houder onder druk
Giftig
Lange termijn gezondheidschade
Milieugevaar
Slide 47 - Sleepvraag
Slide 48 - Video
Opdracht:
Lezen blz. 136 t/m 140.
Maken opdracht 2.27 (blz. 137) en opdracht 2.28 (blz. 138), opdracht 2.30 (blz. 141/142).