Schoonmaken met een doek waarin schoonmaakmiddel is verwerkt
Ramen wassen
Oppervlak reinigen met alcohol
Nat schoonmaken
Droog schoonmaken
Desinfecteren
Klamvochtig schoonmaken
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Video
Opdracht:
Lezen blz. 117 t/m 127.
Maken opdracht 2.08 (blz. 118) en opdracht 2.10 (blz. 119) en opdracht 2.11 (blz. 120), opdracht 2.13 (blz. 123). 2.15 (blz. 125), 2.16 (blz. 126), opdracht 2.17 (blz. 126).
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht rebus:
Kies een woord uit hoofdstuk 2.
Maak een rebus over dat woord op een wit blad. Zorg dat het groot genoeg is om te kunnen zien.
Slide 23 - Tekstslide
Schoonmaakmiddelen:
Microvezeldoek: geen middel.
Geen microvezeldoek: wel middel.
Desinfectiemiddel bij kans op besmetting.
Soorten schoonmaakmiddel.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Etiketten:
Gevaarlijke stoffen in schoonmaakmiddelen.
Slide 26 - Tekstslide
Pictogrammen:
Bij gebruik schoonmaakmiddel het etiket lezen: wat zit erin, waarvoor gebruik je het, hoeveel heb je nodig, gevaarlijke stoffen.
Slide 27 - Tekstslide
Pictogrammen:
Plaatje laat zien wat er gebeurd als je een product verkeerd gebruikt.
Slide 28 - Tekstslide
Gevaarsymbolen
Op schoonmaakmiddelen staan symbolen op de etiketten.
Voor een veilig gebruik van schoonmaakmiddelen is het belangrijk dat je weet wat de symbolen betekenen en dat je de informatie op de etiketten leest en toepast.
Slide 29 - Tekstslide
Bijtend
Product heeft een vernietigend effect op lichaamsweefsels als huid, ogen en slokdarm en veroorzaakt brandwonden.
Slide 30 - Tekstslide
Oxiderend
Product kan gemakkelijk vlam vatten als het in contact komt met een ontstekingsbron (brandende sigaret, lucifer, vonk).
Slide 31 - Tekstslide
Milieugevaarlijk
Product kan, als het in het milieu terechtkomt, schadelijk zijn voor de organismen.
Slide 32 - Tekstslide
Gevaar
Product kan bij inname door de mond, via de huid en door inademen mogelijk kankerverwekkend zijn of op een andere manier schadelijk voor de gezondheid, bijvoorbeeld voor de voortplanting.
Slide 33 - Tekstslide
Schaddelijk
Het gezondheidsgevaar van deze producten is minder ernstig dan bij giftige en bijtende stoffen en bij stoffen met een gezondheidsgevaar op lange termijn.
Slide 34 - Tekstslide
Gasfles
Dit zijn samengeperste gassen en vloeibaar gemaakte gassen in gasflessen. Blootstellen aan hoge temperaturen kan brand of ontploffing tot gevolg hebben.
Slide 35 - Tekstslide
Giftig
Product kan bij inname door de mond, via de huid en door inademen ernstig gevaar opleveren en dodelijk zijn.
Slide 36 - Tekstslide
Ontplofbaar
Product kan exploderen als er een ontstekingsbron (vonk, vlam, warmte) bij komt.
Slide 37 - Tekstslide
Combineer de pictogrammen met de juiste betekenis
Schadelijk
Bijtend
Explosiegevaar
Brandbevorderend
Brandgevaar
Houder onder druk
Giftig
Lange termijn gezondheidschade
Milieugevaar
Slide 38 - Sleepvraag
Opdracht:
Lezen blz. 127 t/m 135.
Maken opdracht 2.20 (blz. 129) en opdracht 2.22 (blz. 131), opdracht 2.24 (blz. 134), 2.25 (blz. 135).
Slide 39 - Tekstslide
Milieu:
Slecht voor het milieu: chloor, oplosmiddelen.
Biologische schoonmaakmiddelen.
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Video
Opdracht:
Lezen blz. 136 t/m 140.
Maken opdracht 2.26 (blz. 136) en opdracht 2.27 (blz. 137) en opdracht 2.28 (blz. 138), opdracht 2.30 (blz. 141/142).