Spelling tussenletters

Leg uit wat samenstellingen zijn.

1 / 28
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leg uit wat samenstellingen zijn.

Slide 1 - Open vraag

Welke tussenletters ken je?

Slide 2 - Woordweb

Tussenletter -s?
kaas...schaaf
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Tussenletter -s?
elektriciteit...centrale
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Als je weet dat het voorjaarsmoeheid is; welk antwoord is dan correct?
A
voorjaarsstorm
B
voorjaarstorm
C

Slide 5 - Quizvraag

Tussenletter -s?
staat...schuld
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord is juist
A
Spruitjestamppot
B
Spruitjesstamppot

Slide 7 - Quizvraag

Als een deel van de samenstelling uniek is, dan .......
A
Is de tussenletter altijd een -n
B
Is de tussenletter altijd een -s
C
Wordt er geen tussenletter gebruikt

Slide 8 - Quizvraag

Welk trucje gebruik je om te bepalen of je een extra 's' moet plaatsen als tussenletter?

Slide 9 - Open vraag

Waar of niet waar?
Je schrijft een tussenletter -e- in een samenstelling als het eerste deel alleen een meervoud op -en heeft.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

De tussenletter -s- kun je eigenlijk nooit horen.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
zonnebril
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 12 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
hoogtemeter
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 13 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
bendeleden
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 14 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
beresterk
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 15 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
weidevogel
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 16 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
maneschijn
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 17 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
reuzegroot
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 18 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
ladekast
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 19 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling geen tussenletter -en?
keuzevrijheid
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord

Slide 20 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling geen tussenletter -en?
huilebalk
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord

Slide 21 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling geen tussenletter -en?
lindebloesem
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord

Slide 22 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Je schrijft een tussenletter -e- in een samenstelling als het eerste deel een meervoud op -en én op -s heeft.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link