Unit 4.4 (10-03)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

Hello V1KT1! :) 

Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Today:

1. Recap

2. Homework check

3. Grammar:

adverbs & some/ any

4. Get to work!

5. Checking goals

6. Homework

Goals (aan het einde van de les...) :

- Weet je hoe je bijwoorden in het Engels gebruikt (herhaling).

- Weet je wat some & any betekenen en hoe je deze woorden kunt gebruiken.

- Heb je goed meegedaan. 

1. Recap

Tijdens de recap ben je stil. Bij vragen of opmerkingen steek je je vinger op.

2. Homework check

Wat was het huiswerk?

Maken: Unit 4, lesson 4 opdracht 29 t/m 31

Ik kom controleren.

Terwijl ik rondloop mag je zachtjes / rustig kletsen op je eigen plek.

2. Homework check

Wat was het huiswerk?

Maken: Unit 4, lesson 4 opdracht 29 t/m 31

We kijken samen opdracht 29 en 30 na.

Tijdens het nakijken ben je stil. Bij vragen en / of opmerkingen steek je je vinger op.

3. Grammar: adverbs (of frequency)

Wat zijn adverbs of frequency ook al weer? Wat geven die aan?

Tijdens de uitleg ben je stil.

3. Grammar: adverbs (of frequency)

Adverbs zijn bijwoorden. Voorbeelden zijn: never, always, sometimes... Ze geven aan hoe vaak iets gebeurt.

Tijdens de uitleg ben je stil.

3. Grammar: adverbs (of frequency)

Bijwoorden staan meestal voor / na het hoofdwerkwoord.

Tijdens de uitleg ben je stil.

3. Grammar: adverbs (of frequency)

Bijwoorden staan meestal voor  het hoofdwerkwoord.

I always play basketball at 7 o'clock.

She never talks to Brian.

Tijdens de uitleg ben je stil.

3. Grammar: adverbs (of frequency)

Er is ook een uitzondering... Bij een bepaald werkwoord komt het bijwoord er na. Welk werkwoord is dat?

Tijdens de uitleg ben je stil.

3. Grammar: adverbs (of frequency)

Bijwoorden komen ná het werkwoord to be (am / are / is).

She is always late.

They are never free on Friday.

Tijdens de uitleg ben je stil. 

3. Grammar: adverbs (of frequency)

Waar in de zin komen de bijwoorden?

1. Tom sings in public. (never)

2. Jennifer and Ruby are fighting. (always)

3. She buys presents for her brothers. (sometimes)

De opdracht maak je in stilte. 

3. Grammar: adverbs (of frequency)

Waar in de zin komen de bijwoorden?

1. Tom never sings in public.
2. Jennifer and Ruby are fighting. (always)
3. She buys presents for her brothers. (sometimes)

De opdracht maak je in stilte. 

3. Grammar: adverbs (of frequency)

Waar in de zin komen de bijwoorden?

1. Tom never sings in public.
2. Jennifer and Ruby are always fighting. 
3. She buys presents for her brothers. (sometimes)

De opdracht maak je in stilte. 

3. Grammar: adverbs (of frequency)

Waar in de zin komen de bijwoorden?

1. Tom never sings in public.
2. Jennifer and Ruby are always fighting. 
3. She sometimes buys presents for her brothers. 

De opdracht maak je in stilte. 

3. Grammar: some / any

Wat denk je dat some en any betekenen?

Tijdens de uitleg ben je stil.

3. Grammar: some / any

Some en any betekenen alle twee enkele / enige / een paar.

Tijdens de uitleg ben je stil.

3. Grammar: some / any

Wat valt je op? Wanneer gebruiken we some en wanneer any?

Tijdens de uitleg ben je stil.

We have some pizza in the fridge.

I have some friends in Florida.

Do we have any biscuits left?

Have you got any plans today?

I don't have any time today.

She doesn't want any pasta.

3. Grammar: some / any

Wat valt je op? Wanneer gebruiken we some en wanneer any?

Tijdens de uitleg ben je stil.

Bevestigend: some

We have some pizza in the fridge.

I have some friends in Florida.

Vragend: any

Do we have any biscuits left?

Have you got any plans today?

Ontkennend: not any

I don't have any time today.

She doesn't want any pasta.

3. Grammar: some / any

Tijdens de uitleg ben je stil.

4. Get to work!

Do:

Unit 4, lesson 4

• Opdracht 31, 33, 35 en 35 (p. 154)

Klaar?

Practise more grammar (online)

How?

- Voor jezelf of in tweetallen.

- Zachtjes overleggen.

- Muziek via je Chromebook.

- Steek je hand op bij vragen.

- Tijd tot afsluiting les. 

5. Checking goals

1. Wat geven adverbs of frequency aan (sometimes, always...)?
2. Wat betekenen some / any?
3. Wanneer gebruik je some en wanneer any? 

     5. Homework

Voor maandag 14 maart (1e uur):

Maken: opdracht 32, 33, 35, 36 (p. 154)

Leren: Vocab, grammar, phrases unit 4

Neem ook je schrift mee!