Associëren

Planning:
  • Doel 1: Je weet wat woordassociatie is
  • Doel 2: Je kan de woordsoorten benoemen en de zin in zinsdelen verdelen
  • 1. Geheugenopfrisser
  • Theorie
  • Opdracht
  • Klaar: cambiumned- zinsdelen benoemen
  • Afsluiting
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Doel 1: Je weet wat woordassociatie is
  • Doel 2: Je kan de woordsoorten benoemen en de zin in zinsdelen verdelen
  • 1. Geheugenopfrisser
  • Theorie
  • Opdracht
  • Klaar: cambiumned- zinsdelen benoemen
  • Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Associëren
Associatie is het proces waarbij je automatisch in gedachten een verbinding maakt tussen dingen. 

Het gebeurt vaak heel snel. Bijvoorbeeld, bij het woord “appel”, kun je meteen denken aan “fruit”, “boom” of “rood”.

Slide 2 - Tekstslide

Associatie is het proces waarbij je een verbinding maakt tussen twee of meer dingen in je gedachten. Het gebeurt vaak automatisch en snel. Bijvoorbeeld, als je het woord “appel” hoort, kun je meteen denken aan “fruit”, “boom” of “rood”.
Woord associatie cirkel
Begin met een willekeurig woord.
De volgende student zegt het eerste woord dat in hem of haar opkomt dat gerelateerd is aan het vorige woord.
Ga zo door totdat iedereen een woord heeft gezegd.

Bijv. Vakantie - Strand - zand - woestijn - heet - ...

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het woord associatie spel 
  1. Regels zijn simpel
  2. Op het bord komt een woord te staan
  3. En jij schrijft op, wat het eerste is waar je aan denkt
  4. Dan komt het volgende woord op het bord en dit herhaalt zich




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tekstdoelen

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

onderwerp en hoofdgedachte

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

leesstrategie

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Woordsoorten

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Redekundig ontleden

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijwoorden

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fictie en non Fictie

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken:
ontleed de zin zowel taalkundig als redekundig


Vorige week wilden Linda, Roos en Jessica een bos bloemen gaan kopen voor de jarige juf.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Taalkundig ontleden:
woordsoorten benoemen
Vorige week wilden Linda, Roos en Jessica een bos bloemen gaan kopen voor de jarige juf.
Vorige :                                                      een:                             voor:
week:                                                          bos:                              de:
 wilden:                                                       bloemen:                 jarige:
 Linda, Roos, Jessica :                          gaan:                        juf:
                                                                        kopen:

 jarige juf.
week: 
 wilden:
 Linda, Roos,Jessica: 
 een :
bos :    

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Redekundig ontleden:
zinsdelen benoemen
Vorige week wilden Linda, Roos en Jessica een bos bloemen gaan kopen voor de jarige juf.
persoonsvorm:
ww gezegde:
onderwerp:
lijdend voorwerp:
meewerkend voorwerp:
Bijwoordelijke bepaling:                                                                                           


  

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies