les 2: stralingsbalans en luchtdruk (3.1)

Deze les

- Hoe de zon voor droogte en neerslag zorgt
- Waar en waardoor er hoge en lage luchtdrukgebieden zijn
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze les

- Hoe de zon voor droogte en neerslag zorgt
- Waar en waardoor er hoge en lage luchtdrukgebieden zijn

Slide 1 - Tekstslide

Omdat de aarde bol is krijgt niet elk gebied evenveel energie van de zon.

Slide 2 - Tekstslide

De zon zorgt voor hoge en lage drukgebieden op aarde

Slide 3 - Tekstslide

opwarming lucht
Op de evenaar veel energie van de zon. 
Lucht wordt opgewarmd en stijgt op.

Er is dus een laag drukgebied
condensatie
hoe hoger hoe kouder.
Koude lucht gaat condenseren: er ontstaan wolken en het gaat regenen.

Het is hier dus warm en vochtig: tropisch regenwoud.
lucht koelt af
hoog in de troposfeer is het kouder. De lucht koelt verder af en wordt steeds zwaarder. Tot de lucht weer gaat dalen.
dalende lucht
Als lucht daalt wordt deze weer warmer.
Hoog drukgebied = dalende lucht = droog.

Hier vindt je vaak woestijnen.

Slide 4 - Tekstslide

Als de lucht opgewarmd wordt wordt deze licht en stijgen de luchtdeeltjes op.


Hoe hoger hoe kouder:
Hoog in de troposfeer koelt de lucht weer af, wordt zwaar en gaat weer dalen.


de luchtdruk op het aardoppervlak is hier dus laag.
De luchtdeeltjes dalen en duwen op het aardoppervlak. 
Hierdoor is er hier een hoge luchtdruk.


Slide 5 - Tekstslide

Lage druk bij de evenaar door warmte
hoge druk bij de noordpool omdat het heel koud is.
Koude en warme lucht botsen.

Warme lucht stijgt, dus lage druk, dus neerslag

Slide 6 - Tekstslide

Waar heb je uitleg over gehad?

- Hoe de zon voor droogte en neerslag zorgt
- Waar en waardoor er hoge en lage luchtdrukgebieden zijn

Slide 7 - Tekstslide

bij stijgende lucht is er wat voor een luchtdruk?
A
hoge
B
lage

Slide 8 - Quizvraag

lage druk = stijgende lucht = condensatie
= neerslag
hoge druk = dalende lucht = droog

Slide 9 - Tekstslide

Wat is juist bij de evenaar?
A
lage druk met neerslag
B
hoge druk met neerslag
C
lage druk met droogte
D
lage druk met droogte

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Waar is een hoog drukgebied?
A
bij de noordpool
B
bij de evenaar

Slide 12 - Quizvraag

Het land warmt op. De lucht zet uit en wordt lichter dan de omgeving
Omdat de lucht lichter is dan de omgeving stijgt deze op
Hier is het koud. De lucht koelt af en krimpt. 
De koelere zwaardere lucht daalt

Slide 13 - Sleepvraag

Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk

Slide 14 - Sleepvraag

De lucht wordt opgewarmd
De lucht koelt af, waterdamp condenseert en er ontstaat bewolking
De waterdamp is al uit de lucht geregend
De lucht warmt op, waardoor de overgebleven waterdamp niet condenseert

Slide 15 - Sleepvraag

Wat nu?
Goed begrepen?
Geen vragen?

Werk aan je weektaak.



Nog een beetje lastig?
Voelt het nog niet logisch?

- samen filmpje kijken
- eventueel nog extra uitleg erna.
weektaak vorige week:
3, 4, 5  en samenvatting van 3.1 + box 1.

weektaak deze week:
2, 4, 5 en samenvatting van 3.2 + box 2.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Geleerd
- Waar en waardoor er hoge en lage luchtdrukgebieden zijn
- Hoe de zon voor droogte en neerslag zorgt

Slide 18 - Tekstslide