1. Les 14-12-2020

Nederlands

Nederlands
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

VERKLEINWOORDEN-Les 4 blz. 19

Slide 2 - Tekstslide

Theorie (verkleinwoorden)
Van de meeste zelfstandige naamwoorden kun je een verkleinwoord maken.

Meestal           =              -je of -tje achter het woord.
vakantie - vakantietje  
schaar - schaartje
dans - dansje

Slide 3 - Tekstslide

  1. Woorden met een -m               boom
  2. Woorden met een -ng            koning
  3. Achteraan -a, é-o of -u                  opa, auto, paraplu
  4. Achteraan -y                                   baby
  5. Woorden met cijfers of afkorting     dvd, A4
  6. Woorden met een -i                                taxi

     
  • -pje
boompje
  • -kje en de -g laat je weg
koninkje
  • extra klinker
opaatje, autootje, parapluutje
  • -'tje (met apostrof)
baby'tje
  • -'je of -'tje
dvd'tje, A4'tje
  • krijgen -ie                                                    taxietje

Slide 4 - Tekstslide

Etalage
A
Etalagetje
B
Etalage'tje
C
Etalageetje

Slide 5 - Quizvraag

Radio
A
Radiotje
B
Radio'tje
C
Radiootje

Slide 6 - Quizvraag

Verdieping
A
Verdiepingtje
B
Verdiepingetje
C
Verdiepingke
D
Verdiepinkje

Slide 7 - Quizvraag

cd
A
cdtje
B
CeeDeetje
C
cd'tje

Slide 8 - Quizvraag

Pony
A
ponytje
B
ponietje
C
pony'tje
D
paardje

Slide 9 - Quizvraag

Menu
A
Menutje
B
Menuutje
C
Menu'tje
D
Menuu'tje

Slide 10 - Quizvraag

brug
A
brugje
B
brugtje
C
bruggetje
D
brugpje

Slide 11 - Quizvraag

la
A
latje
B
laatje
C
lapje
D
laapje

Slide 12 - Quizvraag

cola
A
colatje
B
cola'tje
C
colaatje
D
colaa'tje

Slide 13 - Quizvraag

café
A
cafétje
B
cafe'tje
C
cafeetje
D
cafee'tje

Slide 14 - Quizvraag

taxi
A
taxitje
B
taxi'tje
C
taxietje
D
taxie'tje

Slide 15 - Quizvraag

Tip van de dag!
Twijfel je over een verkleinwoord?
Neem een voorbeeldwoord in je hoofd met dezelfde laatste letter of klank!

Verkleinwoord van cranberry??
Baby eindigt ook met y en dat wordt baby'tje
Dus: cranberry'tje!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

zelf aan de slag..
maak opdracht 1, 2 en 3 op blz. 19 t/m 21
Let op de opdracht 3 !!
Ik wil er echt een verhaal van.
Gebruik je fantasie!!
Klaar ?
Ik wil je verhaaltje zien met minimaal 10 zinnen en 5 woorden uit opdrachten 2.

Slide 18 - Tekstslide

antwoorden van 
opdracht 2
de meeste zijn de woorden met uitzonderingen!!
1. A hemdje
2. A/B jongetje
3. B girafje
4. A cakeje
5. A websiteje
6. A/B dinerje
7. A A4'tje
8. B tafeltje

Slide 19 - Tekstslide