Les 1 - Argumentatieleer

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Les 1

Argumentatieleer

§ 19 blz. 102

Wat heb je voorbereid

Je hebt het filmpje in SOM bekeken

Je hebt § 19 gelezen

Je hebt de vragen in de Classroom gemaakt

Doel van de les

• Je weet wat het schrijfdossier inhoudt.
• Je weet op welke manieren je

invloed kunt uitoefenen.

• Je weet wat een betoog is.

Lesindeling

• Wat is het doel van dit onderwerp/blok?
• Theorie § 19 bespreken
  
• Wat is argumenteren?
• Maken opdracht 1 t/m 7 blz. 94
• Bespreken woorden blz. 94

Lesindeling

• Wat is het doel van dit onderwerp / blok?
• Theorie § 19 bespreken
  
• Wat is argumenteren?
• Maken opdracht 1 t/m 7 blz. 94
• Bespreken woorden blz. 94

Wat is het doel

Periode 2:

Werken aan schrijfdossier

 theorie & opdrachten § 19 t/m 23

Inleveren op 1 februari

Schrijfdossier

4 schrijfopdrachten (3 in klas, 1 thuis)

O/V/G

Feedback 

Theorie

§ 19 t/m 23

ook nodig voor tentamen periode 4

leesvaardigheid en argumentatie

Lessen periode 2

2 lessen historische letterkunde

2 lessen argumentatieleer

Lesindeling

• Wat is het doel van dit onderwerp / blok?
• Theorie § 19 bespreken
  
• Wat is argumenteren?
• Maken opdracht 1 t/m 7 blz. 94
• Bespreken woorden blz. 94

Theorie § 19

Begrippen

Wat is argumentatie?

Wat is een standpunt?

Wat is een weerlegging?

Wat is een betoog?

Feitelijk vs waarderend

Oplossen vs beslechten

Lesindeling

• Wat is het doel van dit onderwerp / blok?
• Theorie § 19 bespreken
• Wat is argumenteren?
• Maken opdracht 1 t/m 7 blz. 94
• Bespreken woorden blz. 94

Werken aan

Opdracht 1 t/m 7 blz. 94

Lesindeling

• Wat is het doel van dit onderwerp / blok?
• Theorie § 19 bespreken
• Wat is argumenteren?
• Maken opdracht 1 t/m 7 blz. 94
• Bespreken woorden blz. 94

Anticiperen

• vooruit lopen op en herkennen van situaties en verhoudingen

voorbeeld:

• De misdaadorganisaties anticiperen heel snel op nieuwe maatregelen en methoden.

behelzen

• erover gaan / bevatten
  
  voorbeeld:
• Drie van mijn amendementen
  behelzen deze doelstellingen.

constructief

• opbouwend
  
  voorbeeld:
• Wij moeten constructief naar oplossingen zoeken. 

manipuleren

• opzettelijk, maar voor anderen ongemerkt, beïnvloeden 
  
  voorbeeld:
• Ze manipuleert haar vriendinnen om haar zin te krijgen. 

onkies

• zonder rekening te houden met de gevoelens van anderen, niet gepast, onbeleefd
   
  
  voorbeeld:
• Wat jij daar deed vond ik onkies.

suboptimaal

• bijna optimaal, bijna perfect
   
  
  voorbeeld:
• Bij suboptimaal is de top bereikbaar en die moet koste wat  het kost gehaald worden.

Exit ticket

Heb je het lesdoel van vandaag behaald?

😒🙁😐🙂😃

Welke twee dingen heb je
geleerd in deze les?

Op deze vraag heb ik nog
antwoord nodig.