In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Argumentatiestructuur
§ 20
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Je leert hoe je argumentatiestructuren
herkent en hoe je de aanvaardbaarheid van argumenten beoordeelt.
Slide 2 - Tekstslide
Theorie
Argumentatiestructuur
Wat is dat?
(herhaling 3H)
Slide 3 - Tekstslide
enkelvoudige argumentatie
Dat was geen leuke vakantie.
Het weer was slecht.
Slide 4 - Tekstslide
nevenschikkende argumentatie
onafhankelijk (opsomming in een betoog, elk argument een eigen alinea)
Dat was geen leuke vakantie.
Het weer was slecht.
De accomodatie was vies
Alles was duur.
Slide 5 - Tekstslide
nevenschikkende argumentatie
afhankelijk: twee deelargumenten vormen samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Als je een van de twee ontkracht, klopt je argumentatie niet meer.
De afhankelijke argumentatie werk je vaak uit in een alinea.
Ik kan morgen niet naar school.
Mijn ouders moeten werken.
Mijn fiets is stuk.
De bus rijdt niet.
Slide 6 - Tekstslide
onderschikkende argumentatie
Dit schema wordt vaak verwerkt in een alinea of een zin.
Ik kan morgen niet naar school.
Mijn achterband is gisteren geklapt.
Mijn fiets is stuk.
Slide 7 - Tekstslide
Standpunt
Het standpunt is de hoofdgedachte van een betoog (de boodschap).
Slide 8 - Tekstslide
competitief
die vecht om beter te zijn dan de anderen
Slide 9 - Tekstslide
gezagsgetrouw
gehoorzaam
Slide 10 - Tekstslide
Lesindeling
§ 20 bespreken / uitleg
opdrachten 1 t/m 11 maken
woorden blz. 99 bespreken
argumenten bedenken (CL)
Slide 11 - Tekstslide
opdracht
In de Classroom vind je een document met 5 stellingen.
Bedenk bij elke stelling twee argumenten VOOR.
Bedenk bij elke stelling twee argumenten TEGEN.
Zorg dat de argumenten nevenschikkend en onafhankelijk zijn.