Binnen de muren van het klooster

Hofstelsel of leenstelsel?
De horige boer mag het domein van de vazal niet verlaten
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hofstelsel of leenstelsel?
De horige boer mag het domein van de vazal niet verlaten
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel

Slide 1 - Quizvraag

Hofstelsel of leenstelsel?
De leenman beschermt de vrije boeren op het domein
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel

Slide 2 - Quizvraag

Hofstelsel of leenstelsel?
De leenman steunt de koning in tijden van oorlog
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Dankzij de lange afstandshandel was het domein autarkisch
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar:
In de middeleeuwen was er nauwelijks geld
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het monotheïsme?
A
Een godsdienst met meerdere goden
B
Een godsdienst met één god

Slide 6 - Quizvraag

Waarom verspreidde het christendom zich zo snel door het Romeinse Rijk?
A
Ze hoefden de keizer niet te aanbidden
B
Ze gebruikten de handelswegen
C
Ze hoefden de cultuur niet over te nemen
D
De boodschap was populair

Slide 7 - Quizvraag

Waarom verspreidde het christendom zich in de middeleeuwen minder snel?
A
Ze werden vervolgd
B
Geen handelswegen
C
De Romeinen waren weg
D
Niemand kon de bijbel lezen

Slide 8 - Quizvraag

Binnen de muren van het klooster

Slide 9 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kun je:
  • uitleggen waarom het christendom zich in het Romeinse Rijk zo snel verspreidde
  • uitleggen op welke manier  de regels van het christendom werden vastgelegd
  • verklaren waarom het christendom zich tijdens de middeleeuwen niet snel verspreidde
  • de rol missionarissen in de kerstening van Europa uitleggen

Slide 10 - Tekstslide

Christendom
  • Christendom verspreidt zich na ontstaan enorm snel:
  • 1. Boodschap van liefde en vergeving
  • 2. Handelswegen Romeinse Rijk
  • In de eerste eeuwen zijn er veel varianten van het christendom
  • Voorbeeld: Arianisme --> Vader en Zoon zijn twee verschillende figuren
  • De kerkvaders en concillies (kerk-vergaderingen)leggen het geloof vast
  • Voorbeeld: geboorde Jezus, Drie-eenheid  

Slide 11 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kun je:
  • uitleggen waarom het christendom zich in het Romeinse Rijk zo snel verspreidde

Het christendom verspreidde zich zo snel in het Romeinse Rijk door:
1. De boodschap
2. De handelswegen

Slide 12 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kun je:
  • uitleggen op welke manier  de regels van het christendom werden vastgelegd

De regels van het christendom werden vastgelegd door de kerkvaders en op concillies

Slide 13 - Tekstslide

Verspreiding
  • De verspreiding van het christendom gaat moeizaam: géén wegen
  • 496: Clovis wordt christen --> Franken verspreiden christendom (kerstenen)
  • Missionarissen trekken door Europa om volkeren te bekeren
  • Beroemdste: Bonifatius --> vermoordt in 754 bij Dokkum
  • In kloosters wijden monniken zich aan het geloof: ora et labora 
  • Monnikenwerk: kopiëren boeken

Slide 14 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kun je:
  • verklaren waarom het christendom zich tijdens de middeleeuwen niet snel verspreidde

Het christendom verspreidde zich in de middeleeuwen niet zo snel omdat er geen handelswegen meer waren

Slide 15 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kun je:
  • de rol missionarissen in de kerstening van Europa uitleggen

Missionarissen reisden rond om ongelovigen te bekeren tot het christendom

Slide 16 - Tekstslide

Is dit doel besproken?
Waarom het christendom zich in het Romeinse Rijk zo snel verspreidde
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Is dit doel besproken?
Hoe de regels van het christendom werden vastgelegd
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Is dit doel besproken?
Waarom het christendom zich tijdens de middeleeuwen niet snel verspreidde
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Is dit doel besproken?
Welke rol missionarissen in de kerstening van Europa speelden
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag