Les 11 ZH4 28-09-23 SO en paragraaf 3.1 en 3.2

Startklaar:
- Telefoon in Zakkie
- Op tafel:
        - Pen
Welkom bij de Geschiedenisles ZH4!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startklaar:
- Telefoon in Zakkie
- Op tafel:
        - Pen
Welkom bij de Geschiedenisles ZH4!

Slide 1 - Tekstslide

SO
Tot 13:55

Klaar? Maak topografie-opdracht Oudheid/Middeleeuwen

Slide 2 - Tekstslide

Plan rest van de les:
  1. Herhaling vorige les: hofstelsel en leenstelsel
  2. Uitleg: Verspreiding Christendom
  3. Opdracht feodalisme, hofstelsel en Christendom

Slide 3 - Tekstslide

Hofstelsel
Economisch systeem waarbij het ene deel van een domein direct door de heer wordt gebruikt en het andere deel wordt verpacht aan horige boeren. Komt op vanaf de 5e eeuw. Het hofstelsel is een manier om vorm te geven aan de autarkie die ontstond na de val van het West-Romeinse Rijk.
Herhaling:

Slide 4 - Tekstslide

Leenstelsel
(feodalisme)
Politiek systeem, gebaseerd op de band die ontstaat wanneer iemand een persoonlijke eed van trouw aflegt aan een ander in ruil voor een leen, vaak een stuk land. Dit stelsel wordt een wijdverspreid systeem vanaf de 9e eeuw.  
Herhaling:

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Tijdvak 3 Monniken en Ridders
21. Je weet wat Kerstening is; je begrijpt dat in de Middeleeuwen de Kerstening voorbij de grenzen van het (verdwenen) West-Romeinse Rijk ging
22. Je begrijpt de rol van missionarissen (religieus) en koningen (politiek) in de kerstening
23. Je begrijpt de hiërarchie van de Katholieke Kerk die vorm kreeg in de middeleeuwen (paus, bisschop, priester voor Kerken; paus, abt, monnik/non voor Kloosters)

Slide 7 - Tekstslide

E. Volgelingen van Jezus Christus stichten het Christendom.
D. Keizer Constantijn geeft de Christenen godsdienstvrijheid.
C. Het Christendom verspreidt zich tot in Rome.
B. Het Christendom wordt Romeins staatsgodsdienst; andere geloven werden verboden.
A. De Romeinen verbieden het Christendom

Slide 8 - Sleepvraag

Theodosius (394)
Christendom wordt staatsgodsdienst. Uiteindelijk verbiedt hij andere godsdiensten en alles wat te maken heeft met deze godsdiensten, waaronder de Olympische spelen

Hij verzamelt verhalen over Jezus in één boek in het Latijn. 
De Bijbel van Theodosius heet het Vulgaat







Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De katholieke Kerk blijft bestaan heeft een hiërarchische organisatie
Bisschop = leider van een Bisdom (kerkelijke provincie)
De kerk verdient geld aan land en belasting

Priester
Bisschop
Priester
Paus
Paus = leider van de Katholieke Kerk en vertegenwoordiger van Jezus Christus op aarde
Priester = geestelijke van een lokale gemeenschap zoals domein of dorp 

Slide 11 - Tekstslide

Europa rond 600 n. Chr.
De nieuwe Germaanse koningen zijn polytheistisch 

Slide 12 - Tekstslide

Hoe werd Europa opnieuw Christelijk? 

Slide 13 - Tekstslide

Kerstening
Bevolking tot het christendom bekeren
Kan via:
De 'geestelijke' (religieuze) & vrijwillige manier: Missionarissen (mensen die de boodschap van het geloof verspreiden) gaan naar heidense (niet-Christelijke) gebieden en kerstenen de bevolking als zij dat willen
De 'Wereldlijke' (politieke) geforceerde manier:
Christelijke koningen veroveren een gebied, slachten de heidenen af en sturen dan missionarissen. Ook geven zij gebied aan de Katholieke kerk om mensen (geforceerd) te kerstenen




 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe gaan Missonarissen de bevolking overtuigen?
Missionarissen gaan op weg met de Bijbel 
Heidenen geloven in bomen en bloedoffers
Monnik Bonifatius hakte de heilige bomen om!





Wat betekent martelaar ook al weer? 

Slide 15 - Tekstslide

Wereldlijke kerstening
Kerk en koning werken samen
Koning verovert gebied; forceert kerstening
Kerk kerstent de bevolking en krijgt land voor kloosters van de koning

Slide 16 - Tekstslide

Oorsprong monniken: Heilige mannen die dicht bij God willen zijn. 
Dat kan niet tussen de 'wereld' en zonden. Zij gaan dus wonen in afgelegen plekken

Slide 17 - Tekstslide

Mensen kregen bewondering
Ze wilden dicht bij de Heilige Man zijn en gingen hem volgen. 
'Monnik' komt uit het Griekse 'Monachos' en betekent: alleen zijn 
Ze vormden een gemeenschap
Kregen de benoeming 'monniken': leven in eenzaamheid (voor God)
Paus Gregorius de Grote (600)
Hij stelt regels op voor monniken
Niet trouwen, geen bezit, alleen maar studie en bidden tot God


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Koning en kerk steunen elkaar via land, geloof en politiek.  

Bisdommen:
leveren belasting aan kerk en koning
Verbetert positie koning als echte Christelijke koning; koning is verbonden met kerk en dus God

Kloosters/abdijen:
Bieden onderwijs, zorg en landbouw.
Verbetert positie koning als echte Christelijke koning & 
verstevigd positie kerk via onderwijs en landbezit

Priesters: 
Sturen de lokale bevolking in geloof en gehoorzaamheid



Kerk , koning, landbezit  

Slide 21 - Tekstslide

Nieuwe indeling samenleving:
De standenmaatschappij

  • Vechters & Leiders (van kleine gebieden/koninkrijkjes)

  • Bidders  (geestelijkheid) 

  • De rest (boeren en horigen) 


Slide 22 - Tekstslide

A. Uit de bron blijkt dat het feodale stelsel is gebaseerd op een wederzijdse afspraak, want...
B. Uit de bron blijkt ook dat het feodale stelsel NIET is gebaseerd op gelijkwaardigheid, want...

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide