Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
grammatica leestekens
herhaling lesstof vorige week
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
herhaling lesstof vorige week
Slide 1 - Tekstslide
Benoem de zinsdelen
Slide 2 - Tekstslide
Professor Wilson BESTUDEERDE ooit jachtluipaarden in Botswana.
A
pv
B
wg
C
ow
D
bwb
Slide 3 - Quizvraag
MET EEN GO-PRO CAMERA volgde hij hun leven
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb
Slide 4 - Quizvraag
Na de wilde katten wilde Wilson HUISKATTEN onderzoeken met dezelfde onderzoeksmethode.
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb
Slide 5 - Quizvraag
In het Engelse Norwick werden VIJFTIG KATTEN uitgerust met een gps-tracker en kleine camera's.
A
pv
B
ow
C
lv
D
mv
Slide 6 - Quizvraag
Op die manier HEEFT hij hun activiteiten VASTGELEGD.
A
pv
B
wg
C
ow
D
bwb
Slide 7 - Quizvraag
Wat heeft WILSON zoal ontdekt?
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb
Slide 8 - Quizvraag
De katten deelden DEZELFDE RUIMTE.
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb
Slide 9 - Quizvraag
Ze liepen namelijk om de beurt IN DEZELFDE GEBIEDEN rond.
A
ow
B
pv
C
lv
D
bwb
Slide 10 - Quizvraag
Volgens de professor vermijden katten zo NARE CONFLICTEN OVER DE GRENZEN VAN HUN TERRITORIUM.
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb
Slide 11 - Quizvraag
Ook DAT kan de professor verklaren.
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb
Slide 12 - Quizvraag
WAARSCHIJNLIJK kunnen ze in het dorp makkelijker eten vinden.
A
ow
B
lv
C
mv
D
bwb
Slide 13 - Quizvraag
Welke zin is goed geschreven?
A
Lies zei: "Ik ben blij".
B
Lies zei: "ik ben blij".
C
Lies zei "Ik ben blij".
D
Lies zei: "Ik ben blij"
Slide 14 - Quizvraag
Welke zin is goed geschreven?
A
De leraar vroeg: "Wie het antwoord wist".
B
De leraar vroeg "Wie het antwoord wist".
C
De leraar vroeg: "wie het antwoord wist".
D
De leraar vroeg wie het antwoord wist.
Slide 15 - Quizvraag
Welke zin is goed geschreven?
A
Er was veel te doen: werken, leren en slapen
B
Er was veel te doen werken leren en slapen.
C
Er was veel te doen: Werken, leren en slapen.
D
Er was veel te doen: werken, leren en slapen.
Slide 16 - Quizvraag
Welke zin is goed geschreven?
A
In April vieren we Koningsdag.
B
In april vieren we koningsdag.
C
In april vieren we Koningsdag.
D
In april vieren we Koningsdag
Slide 17 - Quizvraag
Welke zin is goed geschreven?
A
Dat is zo, Maar ik ben het niet met je eens.
B
Dat is zo maar ik ben het niet met je eens.
C
Dat is zo maar, ik ben het niet met je eens.
D
Dat is zo, maar ik ben het niet met je eens.
Slide 18 - Quizvraag
Welke zin is goed geschreven?
A
We bezochten het museum de Fundatie.
B
We bezochten het Museum de Fundatie.
C
We bezochten het museum de fundatie.
D
we bezochten het museum de Fundatie
Slide 19 - Quizvraag
Les 1 - week 37
samengestelde zinnen
Slide 20 - Tekstslide
H2 Taalverzorging - samengestelde zinnen
doelen:
Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
Ik kan de persoonsvormen in samengestelde zinnen vinden.
Slide 21 - Tekstslide
Enkelvoudige zin
Een zin met één persoonsvorm en één onderwerp.
De leerlingen uit 4T
zijn
niet op school.
Zij
zijn
op kamp naar Limburg.
Slide 22 - Tekstslide
Samengestelde zin
Een zin met twee of meer persoonsvormen en onderwerpen.
De leerlingen uit 4T
zijn
niet op school, want
zij
zijn
op kamp in Limburg.
Slide 23 - Tekstslide
Samengestelde zin
Een zin met twee of meer persoonsvormen en onderwerpen.
De leerlingen uit 4T
zijn
niet op school, want
zij
zijn
op kamp in Limburg.
Slide 24 - Tekstslide
Persoonsvorm in samengestelde zinnen
Om de persoonsvormen in samengestelde zinnen goed te spellen, moet je eerst ontdekken welke werkwoorden een persoonsvorm zijn.
Slide 25 - Tekstslide
Opdracht
Benoem de persoonsvormen in de volgende zinnen.
Slide 26 - Tekstslide
Dinosauriërs zijn uitgestorven, omdat er een meteoriet op aarde viel.
A
zijn
B
zijn, uitgestorven
C
zijn, uitgestorven, viel
D
zijn, viel
Slide 27 - Quizvraag
Rembrandt ging in de leer bij een meester-schilder, omdat hij goed kon tekenen.
A
ging
B
ging, kon
C
ging, kon, tekenen
D
ging, omdat, kon
Slide 28 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van de persoonsvorm:
(Loop / liep) jij straks naar het evenement of (neem / nam) jij de bus?
A
loop / neem
B
loop / nam
C
liep / neem
D
liep / nam
Slide 29 - Quizvraag
Je kunt nu...
-Aangeven of een zin enkelvoudig of samengesteld is.
-De persoonsvormen benoemen in een zin.
Slide 30 - Tekstslide
Huiswerk:
* mondeling samen opdracht 3 blz. 57
* zelfstandig/tweetallen: opdr. 1 en 2 blz. 57
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H1 & H2 Taalverzorging
Oktober 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H1 & H2 Taalverzorging
Oktober 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Samengestelde zinnen
November 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
samengestelde zinnen - les 1
September 2021
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Werkwoordspelling les 2: samengestelde zin
September 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling les 2: samengestelde zin
Augustus 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 10 - De samengestelde zin
November 2024
- Les met
51 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
proefwerk H2 3B4
Maart 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3