Oefenexamen 3

• Voertuigentechniek
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Oefenexamen 3

Welke stelling is of zijn juist?
Stelling 1: U stuurt als ondernemer een factuur naar een klant, deze btw boekt u credit op de rekening 'Te betalen BTW'
Stelling 2: U stuurt als ondernemer een creditfactuur naar een klant, deze btw boekt u debet op de rekening 'Te betalen BTW'

1. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
2. Stelling 1 is onjuist Stelling 2 is juist
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Wat is de hoogte van je Eigen Vermogen?

Vaste Activa = 50.000
Vlottende Activa = 80.000
Postbank = 10.000
Solvabiliteit = 20%

1. 26.000
2. 101.000
3. 28.000
4. 112.000

Vaste activa zijn de balansposten aan de creditzijde waarin het geld voor langer dan een jaar is vastgezet

1. Waar
2. Niet waar

Een aantal btw bedragen moeten nog worden verwerkt in mutaties (voorafgaande journaalpost). Verwerk de BTW

Verkoopfactuur naar een klant, totaalfactuur incl. btw is € 616,52 

Creditnota ontvangen van Shell, totaalfactuur incl. btw is € 3719,31

Sleep alleen de juiste bedragen in de mutaties.

616,52

107,00

645,50

3719,31

Op een liquiditeitsbalans worden alle balansposten opgenomen tegen de waarde die ze bij verkoop op korte termijn waarschijnlijk zullen opbrengen

1. Waar
2. Niet waar

Waar noteert u een tekort in de kas?

1. Credit op rekening Kas en credit op rekening Kasverschillen
2. Credit op rekening Kas en debet op rekening Kasverschillen
3. Debet op rekening Kas en credit op rekening Kasverschillen
4. Debet op rekening Kas en debet op rekening Kasverschillen

Er is een foutieve boeking gedaan, een inkoopfactuur van 750,00 is per ongeluk bij de debiteuren op gekomen. Herstel deze boeking.

750 

750

Jij ontvangt een inkoopnota van een leverancier.
Hoe boekt u de op deze nota vermelde btw?

1. Debet op de rekening 'Te vorderen btw'
2. Credit op de rekening 'Te vorderen btw'
3. Credit op de rekening 'Te betalen btw'
4. Debet op de rekening 'Te betalen btw'

Wat staat er bij een ondernemer op de resultatenrekening wanneer hij een lening u.g. (uitgeleend geld) heeft uitstaan?

1. een stuk interest aan de opbrengstenkant
2. incidentele lasten
3. een stuk interest aan de kostenkant
4. incidentele liquidatie

Een transportbedrijf heeft de volgende creditfactuur van de bandenleverancier ontvangen:

Journaliseer de ontvangst van de creditfactuur en de retourlevering van de banden.

Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de volgende getallen:

Sleep alleen de juiste bedragen naar de juiste plaats.

2.000

2.420 C

420

2.420 D

De liquiditeit bereken je door het lang Vreemd Vermogen te delen door de Vlottende Activa

1. Waar
2. Niet waar

De solvabiliteit bereken je door het kort Vreemd Vermogen te delen door de Vlottende Activa

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de rentabiliteit van
ondernemer A?

1. 28,6%
2. 46,5%
3. 48,7%
4. 46,6%

Wat is de rentabiliteit van
ondernemer Z, als zijn
gewaardeerd loon 30.000 is?

1. 15,8%
2. 15,9%
3. 16,4%
4. 16,5%

Een vermeerdering van kosten vind je op de resultatenrekening terug op de .............

1. Debetzijde
2. Creditzijde

Een vermindering van opbrengsten vind je op de resultatenrekening terug op de .............

1. Debetzijde
2. Creditzijde

Wat is de hoogte van je schulden als de solvabiliteit 30% is?
Gebouwen = 30.000
Vaste Activa = 40.000
Vlottende Activa = 50.000

1. 40.000
2. 27.000
3. 63.000
4. 50.000

Wat is het percentage aan
arbeidskosten van
ondernemer A en
ondernemer Z?
Lees de antwoorden goed!!!

1. Ondernemer A = 39% Ondernemer Z = 40%
2. Ondernemer Z = 41,5% Ondernemer A = 45,3%
3. Ondernemer A = 43,3% Ondernemer Z = 39,9%
4. Ondernemer Z = 45,8% Ondernemer A = 40,5%

Een aantal btw bedragen moeten nog worden verwerkt in mutaties (voorafgaande journaalpost). Verwerk de BTW

Creditnota verstuurt naar een klant, btw is € 65,00 

Creditnota ontvangen van Shell, btw is € 110,00

Sleep alleen de juiste bedragen naar de juiste plaats.

110,00

65,00

45,00

Bereken de hoogte van het nieuwe Eigen Vermogen
Eigen vermogen 01-01 = 140.400,--
Privé opnames = 3.000,--
Privé storting = 20.000,--
Resultaat -> verlies = 57.000,--

Stel aan de hand van de saldibalans de balans per 31 dec. op.

Sleep alleen de juiste bedragen naar de juiste plaats in de afbeelding.

155.000

8.000

209.425

280.000

450.000

530.000

54.000

726.000

519.775

60.000

21.500

14.475

9.100

18.000

3.200

Wat is de hoogte van je Eigen Vermogen?
Gebouwen = 150.000
Leningen = 120.000
Crediteuren = 5.000
Postbank = 3.000

1. 125.000
2. 28.000
3. 48.000
4. 153.000

De loonkosten van december moeten nog worden ingeboekt

Je hebt de volgende gegevens:

Bruto loon = 29.930

Loonheffing = 6.010

23.920

6.010

29.930

Debiteuren, crediteuren en voorraden zijn collectieve rekeningen, omdat zij een totaaltelling geven

1. Waar
2. Niet waar

Een aantal btw bedragen moeten nog worden verwerkt in mutatie voorgaande journaalpost

Verkoopfactuur naar een klant, btw 333,90

Creditnota ontvangen van een leverancier, btw 20,10

Inkoopfactuur van een leverancier, btw 113,00

Creditnota verstuurt naar een klant, btw 61,40

Sleep alleen de juiste bedragen in de afbeelding

20,10

333,90

113,00

61,40

570,00

Welk van de onderstaande stellingen is of
zijn juist?
Stelling 1: De solvabiliteit van ondern. Z
is 41%, dit is een gezond bedrijf

Stelling 2: De solvabiliteit van ondern. A
is 33,1%, dit is een gezond bedrijf

1. Stelling 1 is juist stelling 2 is onjuist
2. Stelling 1 is onjuist stelling 2 is juist
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Vaste Activa zijn de balansposten aan de creditzijde waarin het geld voor langer dan een jaar is vastgezet

1. Waar
2. Niet waar

Vlottende Activa zijn de balansposten aan de debetzijde waarin het geld voor korter dan een jaar is vastgezet

1. Waar
2. Niet waar

Een Rekening Courant Krediet is een lening die je korter dan een jaar hebt, oftewel een Kort Vreemd Vermogen

1. Waar
2. Niet waar

Een Rekening Courant Krediet is een lening die je langer dan een jaar hebt, oftewel een Lang Vreemd Vermogen

1. Waar
2. Niet waar

De btw op de proefbalans moet nog worden verwerkt 

op de Saldibalans. Sleep alleen de juiste bedragen.

2.900  D

400 D

3.300 D

3.700 C

2.600 D

400 D

3.000 C

400 C

Wat is de rentabiliteit van
ondernemer A als zijn
gewaardeerd loon 15.000 is?

1. 44,2%
2. 44,5%
3. 44,0%
4. 44,3%

Wat is de rentabiliteit van
ondernemer Z als zijn
gewaardeerd loon 10.000 is?

1. 24,2%
2. 24,1%
3. 24,0%
4. 23,9%

Wat is de solvabiliteit
van ondernemer A?

1. 33,1%
2. 32,2%
3. 41%
4. 33%

Wat is het verschil in
percentage aan kosten
rijdend materiaal tussen
ondernemer A en Z?

1. 77,0%
2. 23,0%
3. 29,8%
4. 70,2%