Do 16 febr Pers. en bezit. vnw

Persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een levend wezen.

Slide 3 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.

Slide 5 - Tekstslide

Zij heeft aan hem verkering gevraagd.

Het persoonlijk voornaamwoord is /
de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, aan
C
hem
D
zij hem

Slide 6 - Quizvraag

Weet je nog wat persoonlijke voornaamwoorden zijn? Zoek het persoonlijk voornaamwoord.
A
hem
B
ik
C
haar
D
mijn

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
B
Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.
C
Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
D
Plakt twee zinnen aan elkaar

Slide 8 - Quizvraag

Is 'hij' een persoonlijk voornaamwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

Het persoonlijk voornaamwoord is... /
De persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, haar
C
Zij, haar, haar
D
haar

Slide 10 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord
A
hij
B
die
C
welke
D
hem

Slide 11 - Quizvraag

Ik heb ze van Madelon geleend.

het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
ik
B
ze
C
Madelon
D
ik / ze

Slide 12 - Quizvraag

Haar is altijd een persoonlijk voornaamwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord
Geen persoonlijk voornaamwoord
Het boek is van mij
Mijn speelgoed
Hun tassen
Ik schrijf hun een brief
Jouw zus
De hond is van jou

Slide 14 - Sleepvraag

Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Ik
Zijn
Haar
Hij
Mijn
Uw
Jij

Slide 15 - Sleepvraag

Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Jouw
Jullie
Uw
Wij
Hun
Ik

Slide 16 - Sleepvraag

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
jullie
me
je
haar
hij
uw
ons
ze
hun
zijn
jouw
hem

Slide 17 - Sleepvraag

Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Deze
Hij
Zijn
Dat
Het
Hun
Mijn
Die

Slide 18 - Sleepvraag

bezittelijk voornaamwoord
Doet
jullie
computer
ook
zo
raar?
Hun
auto
is
duurder

Slide 19 - Sleepvraag

Zijn de onderstaande woordjes persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden?
Sleep elk woord hieronder naar het goede antwoord.

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
hen
ik
jij
jou
jouw
mijn
onze
wij
uw
zijn

Slide 20 - Sleepvraag

Je gaat nu de volgende opdrachten maken:

Les 37
opdracht 1, 3, 5, 6, 7 en 9

Klaar? Nakijken!! (magister learn) (ook les 30)


Slide 21 - Tekstslide