Pers. en bezit. vnw

WELKOM
3 Kader
Welkom

bij Nederlands
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom

bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Telefoons inleveren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is er aanwezig?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controlerondje
Leg je spullen op tafel:
  • Lesboek
  • laptop
  • Schrift

Leg je schrift open op je huiswerk (blz 210: 1 t/m 3.)
Ik kom langs om het te controleren. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk nakijken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk voornaamwoord

             Hoe was het ook alweer?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een levend wezen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bezittelijk voornaamwoord
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?


mijn
onze/ons
jouw
jullie
zijn
hun
haar
uw
zijn

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zij heeft aan hem verkering gevraagd.

Het persoonlijk voornaamwoord is /
de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, aan
C
hem
D
zij hem

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is 'hij' een persoonlijk voornaamwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

Het persoonlijk voornaamwoord is... /
De persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, haar
C
Zij, haar, haar
D
haar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb ze van Madelon geleend.

het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
ik
B
ze
C
Madelon
D
ik / ze

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Haar is altijd een persoonlijk voornaamwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk voornaamwoord
Geen persoonlijk voornaamwoord
Het boek is van mij
Mijn speelgoed
Hun tassen
Ik schrijf hun een brief
Jouw zus
De hond is van jou

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Ik
Zijn
Haar
Hij
Mijn
Uw
Jij

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Jouw
Jullie
Uw
Wij
Hun
Ik

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
jullie
me
je
haar
hij
uw
ons
ze
hun
zijn
jouw
hem

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

bezittelijk voornaamwoord
Doet
jullie
computer
ook
zo
raar?
Hun
auto
is
duurder

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zinsdelen: stappenplan
  1. maken opdracht 4 t/m 6
  2. maak de opdrachten in je schrift
  3. klaar?
  4. Laat het even zien aan de docent
Opdracht
timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Video in de lesstof samen kijken.
Stap 4: de zinsdeelproef
Huiswerk
opdracht 4 t/m 6

blz 211 en 212

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies