21ste Eeuwse Vaardigheden voor MBO studenten
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd en waarom het belangrijk is voor hun toekomstige succes.
Wat weet jij al over de 21ste Eeuwse Vaardigheden?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Definieer 21ste Eeuwse Vaardigheden en leg uit waarom ze belangrijk zijn.
Slide 5 - Tekstslide
Beschrijf digitale geletterdheid en geef voorbeelden van hoe het kan worden toegepast.
Waarom is mediawijsheid belangrijk in de digitale samenleving?
A
Om bewust en kritisch om te gaan met media
B
Om privacy en online veiligheid te waarborgen
C
Om nepnieuws te herkennen en te vermijden
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk antwoord hoort niet bij de
vier componenten van digitale geletterdheid?
vier componenten van digitale geletterdheid?
A
ICT-basisvaardigheden
B
Informatievaardigheden
C
Artificial intelligence
D
Mediawijsheid
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarvoor kun je digitale
geletterdheid gebruiken?
geletterdheid gebruiken?
A
Om digitale technologieën te gebruiken.
B
Om informatie te vinden en te communiceren.
C
Om alleen informatie te vinden.
D
Om alleen te communiceren.
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarvoor kun je digitale
geletterdheid gebruiken?
geletterdheid gebruiken?
A
Om televisie te kijken.
B
Om informatie te vinden en te communiceren.
C
Om te communiceren.
D
Om informatie te vinden.
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een voorbeeld van digitale geletterdheid?
A
Het kunnen herkennen van nepnieuws op sociale media.
B
Het verzamelen van informatie uit encyclopedieën.
C
Het leren typen van nette zinnen in Word
D
Het leren van een nieuwe taal.
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Beschrijf kritisch denken en geef voorbeelden van hoe het kan worden toegepast.
Kritisch denken wordt niet genoeg gedaan in de huidige samenleving.
Eens, mensen accepteren te snel informatie.
Eens, politici willen dat mensen niet kritisch denken.
Oneens, mensen zijn van nature al kritisch.
Oneens, sociale media stimuleren het voldoende.
Slide 12 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Kritisch denken is belangrijker dan feitenkennis.
Eens, feiten veranderen maar vaardigheden blijven.
Eens, kritisch denken maakt gebruik van feiten.
Oneens, zonder feitenkennis kan men niet redeneren.
Oneens, feitenkennis is belangrijker.
Slide 13 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Kritisch denken is een vaardigheid die je op school moet leren.
Eens, essentieel voor de toekomst.
Eens, maar ouders zijn verantwoordelijk.
Oneens, het kan niet worden onderwezen.
Oneens, het is te abstract.
Slide 14 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Beschrijf samenwerking en geef voorbeelden van hoe het kan worden toegepast.
Waar of niet waar:
Samenwerken is het gezamenlijk realiseren van een doel waarbij je anderen aanvult en ondersteunt.
Samenwerken is het gezamenlijk realiseren van een doel waarbij je anderen aanvult en ondersteunt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Samenwerking is essentieel om succesvol te kunnen zijn.
Eens, gezamenlijk doelen bereiken
Oneens, zelfstandigheid is belangrijker
Eens, het vergroot creativiteit en efficiëntie
Oneens, samenwerking zorgt voor conflicten en vertragingen
Slide 17 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Beschrijf creativiteit en geef voorbeelden van hoe het kan worden toegepast.
Slide 19 - Tekstslide
Beschrijf communicatie en geef voorbeelden van hoe het kan worden toegepast.
Hoe belangrijk vind jij het dat kinderen les
krijgen in de 21-eeuwse vaardigheden?
krijgen in de 21-eeuwse vaardigheden?
Slide 20 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Hoe belangrijk vind jij het dat jij les
krijgt in de 21-eeuwse vaardigheden?
krijgt in de 21-eeuwse vaardigheden?
Slide 21 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 22 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 23 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 24 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
