14-01-2020 - Hoofdstuk 6.4
1 / 13
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Rechterfiguur is een vergroting van het linkerfiguur.
Welke bewering klopt?
Welke bewering klopt?
A
Rechterfiguur = Het orgineel
Linkerfiguur = Het beeld
B
Rechterfiguur = Het beeld
Linkerfiguur = Het orgineel
Slide 2 - Quizvraag
Bereken de factor van de vergroting.
A
0.8
B
1.25
C
0.75
D
1.67
Slide 3 - Quizvraag
De factor van de vergroting is 0.8
Bereken van de rechterfiguur de diagonaal.
Bereken van de rechterfiguur de diagonaal.
A
40
B
50
C
60
D
70
Slide 4 - Quizvraag
De factor van de vergroting is 0.8
Bereken van de rechterfiguur de hoogte.
Bereken van de rechterfiguur de hoogte.
A
36
B
45
C
48
D
32
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Wat weet je van
schaal en schaalverdeling
schaal en schaalverdeling
Slide 7 - Woordweb
De schaal van de modellocomatief is 1:87
Maak de pijlenketting kloppend
Schaalmodel
Werkelijkheid
x 87
Slide 8 - Sleepvraag
De schaal van de modellocomotief is 1:87
De lengte van dit model is 33cm. Wat is de werkelijke lengte van de locomotief?
De lengte van dit model is 33cm. Wat is de werkelijke lengte van de locomotief?
A
330 cm
B
2871 cm
C
12,4 meter
D
3124 cm
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Jan timmert een kast van 2,3 meter hoog.
Hij maakt eerst een tekening met schaal
1 : 30
Bereken de hoogte van de kast in de tekeningen in centimeters
Hij maakt eerst een tekening met schaal
1 : 30
Bereken de hoogte van de kast in de tekeningen in centimeters
