Doelen 9 t/m 11

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doelen deze les: 
9) Hoe bereken je de schaal?
10) Hoe bereken je de omtrek van een vergroting?
11) Hoe bereken je de oppervlakte van een vergroting?



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de schaal? 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de schaal? 
5
75
 75 : 5 = 15
De schaal is 1 : 15
LET OP: de eenheden voor en na de ':'
moeten altijd hetzelfde zijn. Dus cm : cm of m : m

Slide 5 - Tekstslide

oppervlakte origineel x vergrotingsfactor² = oppervlakte beeld

Slide 6 - Tekstslide

Een figuur wordt met factor 3 vergroot, hoeveel keer zo groot wordt de omtrek?
A
1,5
B
6
C
3
D
9

Slide 7 - Quizvraag

Als je figuur A vermenigvuldigt met factor 4, krijg je figuur B.
De omtrek van figuur A is 14 cm. Bereken de omtrek van figuur B. (Berekening en eenheid opschrijven)

Slide 8 - Open vraag

Figuur 1 is 2cm hoog en 3 cm breed.
Figuur 2 is vergroot met factor 4.
Wat is de omtrek van figuur 2?

A
Omtrek fig 2 = 2 + 3 + 2 + 3 = 10cm 10 x 4 =40 cm
B
Omtrek fig 2 = 2 + 3 + 2 + 3 = 10 cm 10 x 4 x 4 = 160 cm
C
Omtrek fig 2 = 2 x 3 = 6 cm 6 x 4 = 24 cm
D
Omtrek fig 2 = 2 x 3 = 6 cm 6 x 4 x 4 = 84 cm

Slide 9 - Quizvraag

Als ik een foto met de factor 3 vergroot, wordt de oppervlakte....
A
3 keer zo groot
B
9 keer zo groot
C
27 keer zo groot
D
6 keer zo groot

Slide 10 - Quizvraag

Welke formule hoort bij vergroten van oppervlakte?
A
oppervlakte x vergrotingsfactor
B
oppervlakte origineel x vergrotingsfactor³
C
oppervlakte origineel x vergrotingsfactor²
D
vergrotingsfactor²

Slide 11 - Quizvraag

Bij een vergroting is de oppervlakte 16 keer zo groot als de oppervlakte van het origineel. Wat is de vergrotingsfactor?
A
16
B
1
C
4
D
8

Slide 12 - Quizvraag

Vergroting oppervlakte
Vergroting omtrek
origineel x vergrotingsfactor2
origineel x vergrotingfactor

Slide 13 - Sleepvraag





  • Ga aan de slag met je doelen.
  • Op eigen tempo aan het werk 
  • Bij elk doel horen O-opdracht als je het doel nog niet gehaald hebt,
  • U-opdrachten als je het doel gehaald hebt 
  • E-opdrachten als afsluiting van het doel.
  • Zelf je werk serieus nakijken en verbeteren en leren van je fouten!!!







1)Wanneer spreek je van een vergroting
2)Wat is een vergrotingsfactor en factor?
3)Hoe bereken je de onbekende maten van een vergroting?
4)Hoe bereken je de factor van een vergroting?
5) Wat betekenen de begrippen origineel en beeld?
6) Kun je rekenen met een factor tussen 0 en 1?
7) Wat betekent het begrip schaal?
8) Hoe moet je rekenen met schaal?
______________________________________________________________
9) Hoe bereken je de schaal?
10) Hoe bereken je de omtrek van een vergroting?
11) Hoe bereken je de oppervlakte van een vergroting?


Slide 14 - Tekstslide