9.1 Jouw waarneembare eigenschappen

H9 Erfelijkheid
Wat gaan we doen komende periode?
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H9 Erfelijkheid
Wat gaan we doen komende periode?

Slide 1 - Tekstslide

PO Reactiesnelheid
Een aantal belangrijke punten voor iedereen: 
  • Controleer de privereacties bij het ingeleverde werk 
  • Let op de nauwkeurigheid van de methoden 
  • Nog lang niet alle groepjes hebben een logboek!
  • In de theorie hoort iets te staan over de werking van reactiesnelheid (zenuwen) en de factor die reactiesnelheid gaat veranderen!

Slide 2 - Tekstslide

Het PTA

Slide 3 - Tekstslide

De planning

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen bij 9.1
Na afloop van een paragraaf kun je:
  • in een menselijk karyogram het geslacht bepalen en afwijkingen herkennen
  • verschillen tussen autosomen en geslachtschromosomen aangeven
  • uitleggen hoe je tweelingonderzoek kan gebruiken voor het bepalen van de invloed van het milieu en genotype op het fenotype
  • relatie tussen gen-DNA-fenotype en eiwitten aangeven

Slide 5 - Tekstslide

Erfelijkheid

Slide 6 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen liggen in het DNA

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel chromosomen heeft een mens?
A
47
B
46
C
23
D
42

Slide 8 - Quizvraag

Karyogram
Wat zijn autosomen? 

Wat zijn de geslachts-chromosomen?

Slide 9 - Tekstslide

Welke beweringen zijn juist?
1) een gen bezit de informatie voor de bouw van meerdere soorten eiwitten
2) voor een bepaalde eigenschap krijg je altijd een allel van je vader en een allel van je moeder
A
1
B
2
C
1 en 2
D
Geen van beiden

Slide 10 - Quizvraag

Genen en allelen

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel verschillende typen stikstofbasen bevinden zich in een DNA-streng?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quizvraag

De code van een gen

Slide 13 - Tekstslide

In een stukje DNA is de basenvolgorde C - G - C - A - G - T. Wat is de basenvolgorde in het tegenoverliggende gedeelte?
A
C - G - C - A - G - T
B
A - T - A - C - T - G
C
T - A - T - G - A - C
D
G - C - G - T - C - A

Slide 14 - Quizvraag

Bindingen tussen stikstofbasen

Slide 15 - Tekstslide

Het erfelijk materiaal in virussen is heel verschillend. Dit virus komt voor in varianten met enkel- en met dubbelstrengs DNA. Het erfelijk materiaal van een bepaald virus heeft de volgende samenstelling van stikstofbasen: cytosine = 19%, adenine = 25%, thymine = 33% en guanine = 23%. Kan men op grond van deze gegevens bepalen wat voor erfelijk materiaal het is? Zo ja, welke vorm is het?
A
Ja, het is dubbelstrengs DNA
B
Ja, het is enkelstrengs DNA
C
Nee, het is niet te bepalen

Slide 16 - Quizvraag

Erfelijke eigenschappen liggen in het DNA

Slide 17 - Tekstslide

Van genotype naar fenotype

Slide 18 - Tekstslide

Hoe noem je het proces waarin DNA wordt afgelezen om een aminozuurketen te vormen?

Slide 19 - Open vraag

Genexpressie

Slide 20 - Tekstslide

Welke bewering is juist?
1) Een enzym is altijd opgebouwd uit aminozuren
2) Ribosomen lezen de chromosomen af tijdens het maken van eiwitten
A
1
B
2
C
1 en 2
D
Geen van beiden

Slide 21 - Quizvraag

Lastig???
De vorige vragen gingen over 2.2 t/m 2.4 

Vind je dit nog lastig?
Dan staat er herhalingsmateriaal klaar op Classroom! 

Dit gaat terugkomen op het volgende SE!

Slide 22 - Tekstslide

Regelen van genexpressie
Niet alle genen uit het genoom staan altijd ''aan'' 
  • Regulatorgenen zetten andere genen ''aan'' of ''uit''
  • Daardoor verschillen cellen in hun expressie van genen

Slide 23 - Tekstslide

Celdifferentiatie

Slide 24 - Tekstslide

Hoe noemt men de cellen in een embryo die nog tot elk type cel kunnen uitgroeien?

Slide 25 - Open vraag

Stamcellen

Slide 26 - Tekstslide

Wat ga je doen? 
Maak nu opdracht 1, 4 en 7 van 9.1

Tot over 15 minuten!
timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

Het syndroom van Turner is een voorbeeld van een
A
Monosomie
B
Trisomie
C
Invloed van het milieu
D
Veranderde genexpressie

Slide 28 - Quizvraag

Notatie van het karyotype

Slide 29 - Tekstslide

Een voorbeeld van een trisomie

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen bij 9.1
Na afloop van een paragraaf kun je:
  • in een menselijk karyogram het geslacht bepalen en afwijkingen herkennen
  • verschillen tussen autosomen en geslachtschromosomen aangeven
  • uitleggen hoe je tweelingonderzoek kan gebruiken voor het bepalen van de invloed van het milieu en genotype op het fenotype
  • relatie tussen gen-DNA-fenotype en eiwitten aangeven

Slide 31 - Tekstslide

Verwerking van de les
  1. Zelfstandig herhalen 2.2 t/m 2.4 (Classroom) 
  2. Opdrachten bij 9.1: 1, 4, 7, 9, 11, 15, 16, 17, 20 en 21 

Slide 32 - Tekstslide