De vier levensdomeinen

De 4 levensdomeinen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De 4 levensdomeinen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van deze les
  • Je hebt kennis over het OMAHA systeem
  • Je hebt kennis over de 4 levensdomeinen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorginstanties
'De kwaliteit van leven van de cliënt verbeteren door verantwoorde zorg.'

Het zorgleefplan neemt, binnen verantwoorde zorg, een belangrijke plek in.
  1. Zorgbehoeftes op de vier levensdomeinen
  2. Het zorgleefplan komt tot stand in samenspraak met de cliënt 

Vanaf 2014 zie je, naast de vier levensdomeinen, het OMAHA system opkomen bij het tot stand komen van een zorgleefplan.

Slide 3 - Tekstslide

Na te lezen in het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg.
Vastleggen van het zorgproces
  • Zorgleefplan (VT)
  • Verpleegplan (zkh en behandelcentra)
  • Begeleidingsplan (GGZ)
  • Ondersteuningsplan (GHZ)
  • Zorgplan kraamzorg

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het OMAHA systeem
Vastlegging van het gehele zorgproces met de volgende onderdelen:

  • vragen en aandachtsgebieden vd zorgvrager en zijn omgeving
  • activiteiten
  • huidige situatie en de gewenste situatie (resultaten) voor de zorgvrager.

Voordelen van het Omaha system zijn:
  • zicht op de zorgvrager en zijn sociale omgeving (je kijkt immers naar de zorgvrager en de leefomgeving)
  • gebruiksvriendelijk en makkelijk aan te leren
  • de termen zijn makkelijk te begrijpen, ook voor zorgvrager en mantelzorgers.






Slide 5 - Tekstslide

Voordelen van het Omaha system zijn:
  • zicht op de zorgvrager en zijn sociale omgeving, omdat het kijkt naar de zorgvrager en de omgeving waarin deze leeft;
  • gebruiksvriendelijk en makkelijk aan te leren;
  • de termen zijn makkelijk te begrijpen, ook voor zorgvrager en mantelzorgers.
Wat zijn de vier levensdomeinen
A
Lichamelijk welbevinden, geestelijk welbevinden, motorisch welbevinden, leefomgeving
B
Lichamelijk welbevinden, geestelijk welbevinden, gezondheid, psychisch welbevinden
C
Lichamelijk welbevinden, woon/leefsituatie, participatie, mentaal welbevinden
D
Gezondheid, lichamelijk welbevinden, participatie, mentaal welbevinden

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort er bij lichamelijk welbevinden en gezondheid?

Slide 7 - Open vraag

  • passende hulp bij ADL wassen, douchen, gebitsverzorging, toiletgang, naar wens gekleed zijn. etc.
  • voorkomen/behandelen van huidletsel/decubitus
  • zorg bij eten/drinken
  • valpreventie
  • medicijngebruik
  • minimale vrijheidsbeperkende maatregelen (bv blad op rolstoel)
  • voorkomen/ behandelen van infecties
  • aandacht/ zorg voor individuele gezondheids- en pijnklachten
  • beschikbaarheid/gebruik van hulpmiddelen(hoorapparaat, protheses, etc)
  • verstrekken van voorlichting en informatie
Wat hoort er bij woon/leefsituatie?

Slide 8 - Open vraag

  • ondersteuning bij het wonen met voldoende aandacht voor levenssfeer/privacy
  • respect vd verzorgende voor zijn leefsfeer/leefpatronen
  • beperking vh aantal vaste zorgverleners dat over de vloer komt
  • ervaren deskundigheid/ betrouwbaarheid van verzorgenden/zorgorganisaties
  • het tonen van een legitimatiebewijs als hij daarom vraagt
  • aandacht voor onveilige situaties in huis (inrichting, hygiëne en houdbaarheid van voedingsmiddelen)
Wat hoort er bij participatie?

Slide 9 - Open vraag

  • inpassen van zorgafspraken in het dag/weekprogramma
  • ondersteuning in de zelfstandigheid om zoveel mogelijk de dingen te blijven doen die hij zelf belangrijk vindt
  • ondersteuning bij het vinden en gebruikmaken van sociale activiteiten en dagbestedingsmogelijkheden
  • informatie over de mogelijkheden van vrijwilligers en welzijnsvoorzieningen;
  • signalering van eenzaamheidsproblematiek, aandacht voor mogelijke oorzaken, en zo nodig doorverwijzen naar/inschakelen van deskundigheid.

Wat hoort er bij mentaal welbevinden?

Slide 10 - Open vraag

  • aandacht voor het eigen leven en de persoonlijke waarden;
  • aandacht voor persoonlijke ontwikkeling, levenskeuzen en zingevingvragen;
  • hulp bij mogelijkheden om de regie op het eigen leven te behouden;
  • een luisterend oor voor zorgen, emotionele problemen en zaken die naar zijn mening niet goed gaan in de zorgverlening;
  • betrokkenheid en presentie (niet gehaast zijn);
  • het signaleren van veranderingen in het mentaal welbevinden (vergeetachtigheid, somberheid, depressieve gevoelens, stemmingswisselingen, probleemgedrag), aandacht voor mogelijke oorzaken, en zo nodig verwijzing naar/inschakelen van deskundigheid;
  • de mogelijkheid om van verzorgende te veranderen bij ontevredenheid over bejegening, werkhouding, of als het contact met de verzorgende moeizaam is.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondersteuning bij het wonen, voldoende aandacht , privacy en veiligheid,
A
lichamelijk welbevinden
B
Woon en leefomstandigheden
C
mentaal welbevinden
D
participatie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

‘De cliënt mag rekenen op ondersteuning bij het invulling geven aan persoonlijke interesses, hobby’s etc

A
lichamelijk welbevinden
B
woon en leefomstandigheden
C
mentaal welbevinden
D
participatie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Respect eigen identiteit,levensinvulling,eigen regie

A
lichamelijk welbevinden
B
woon en leefomstandigheden
C
mentaal welbevinden en autonomie
D
participatie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De cliënt mag rekenen op een verzorgd lichaam,gezondheidsbescherming.

A
lichamelijk welbevinden
B
woon en leefomstandigheden
C
mentaal welbevinden en autonomie
D
participatie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies