Erfelijkheid en evolutie - Je uiterlijk en erfelijke eigenschappen - paragraaf 1 en 2

Erfelijkheid en evolutie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij erfelijkheid en evolutie?

Slide 2 - Woordweb

Lesdoelen
  • Je weet dat veel eigenschappen erfelijk zijn
  • Je weet wat chromosomen, chromosomenparen en DNA zijn
  • Je weet wat het genotype is
  • Je weet wat het fenotype is 

Slide 3 - Tekstslide

Noem eens wat erfelijke eigenschappen

Slide 4 - Woordweb

Genotype
Je uiterlijk bestaat uit duizenden erfelijke eigenschappen. Veel eigenschappen zijn erfelijk: je hebt ze geërfd van je ouders.

Je DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen. Deze informatie noemen we het genotype

Slide 5 - Tekstslide

Fenotype
Het uiterlijk van een organisme noemen we het fenotype

Fenotype bestaat uit:
  • Genotype (erfelijke eigenschappen)
  • Invloeden uit het milieu (de omgeving)

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 7 - Tekstslide

De erfelijke informatie van een organisme, noem je:
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 8 - Quizvraag

Het uiterlijk van een organisme, noem je:
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 9 - Quizvraag

Het fenotype wordt bepaald door:

A
Genotype + invloed uit het milieu
B
Lichaamscellen
C
Eigenschappen

Slide 10 - Quizvraag

Welke erfelijke eigenschappen zie je?

Slide 11 - Woordweb

Welke invloeden uit het milieu zie je?

Slide 12 - Woordweb

Chromosomen
Je erfelijke eigenschappen 
(genotype) staan beschreven 
op DNA

Je DNA ligt in lange dunne draden opgerold (chromosomen)
Je chromosomen liggen in de celkernen van alle cellen in je lichaam: lichaamscel

Slide 13 - Tekstslide

Chromosomenparen
Een mens heeft in iedere lichaamscel 46 chromosomen
Deze liggen in gelijke paartjes bij elkaar: 23 paar chromosomen
De ene helft van het paartje komt van vader, de andere helft van moeder

Chromosomen van één paar zijn gelijk 
aan elkaar en bevatting informatie voor 
dezelfde erfelijke eigenschappen

Slide 14 - Tekstslide

Chromosomenparen bij andere organismen
Aantal chromosomen per lichaamscel bij verschillende organismen

Je ziet dat het allemaal gelijke aantallen zijn

Ezel (62) + paard (64) = muildier (63)
Muildier is onvruchtbaar

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel chromosomen heeft de mens in elke lichaamscel liggen?
A
12
B
23
C
46
D
48

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel chromosomenparen heeft de mens in elke lichaamscel liggen?

Slide 17 - Open vraag

Wat wordt hier beschreven:
'Deze bestaan uit DNA en zien er uit als lange dunne slierten. Je vindt ze in iedere lichaamscel'

Slide 18 - Open vraag

Lesdoelen - beheers jij ze?
  • Je weet dat veel eigenschappen erfelijk zijn
  • Je weet wat chromosomen, chromosomenparen en DNA zijn
  • Je weet wat het genotype is
  • Je weet wat het fenotype is 

(Er volgt na deze dia een poll)

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opdracht 1 t/m 14 voor de eerst volgende les.
De opdrachten staan in Teams.

Slide 20 - Tekstslide