Psychofarmaca hvpvpo2PQ

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij psychofarmaca?

Slide 2 - Woordweb

Wat wordt bedoeld met je "psyche"?

Slide 3 - Open vraag

Psychofarmaca
  • Alle medicatie waarbij er sprake is van het beïnvloeden van de psyche

  • Psychofarmaca zijn geen geneesmiddelen: ze onderdrukken bepaalde verschijnselen en hebben geen werking op de oorzaak van problemen.

  • Al deze middelen hebben effect op het centrale zenuwstelsel.
Voorzichtigheid is dus geboden. Waarom?

Slide 4 - Tekstslide

Werking psychofarmaca
  • Oefenen direct invloed uit op de stofwisseling CZS, hierdoor effect op gedrag.
  • Hebben invloed op de uitwisseling informatie neuroreceptoren
  • Informatie uitwisseling verloopt mbv neurotransmitters 
  • Psychofarmaca hebben een stimulerende/remmende/blokkerende uitwerking op neurotransmitters
  • Hoe werken bijvoorbeeld antidepressiva?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Groepen psychofarmaca

  1. Anxiolytica en hypnotica (tranquillizers)
  2.  Antipsychotica
  3.  Antidepressiva
  4.  Stemmingsstabilisatoren
Welke groepen ken je al?

Slide 7 - Tekstslide

Anxiolytica & hypnotica
Indicatie: Bestrijden angst (angststoornissen), paniek (paniekstoornissen), depressies (omdat 
                    AD pas na 2-4 weken werken), slaapstoornissen, sedatie (paniek, angst), Anticonvulsief (spierverslappend), bij intoxicatie, onthouding alcohol 
Werking: Vermindering activiteit centrale zenuwstelsel
Afhankelijkheid: HOOG, geestelijke afhankelijkheid
Ontwenning : Hartkloppingen, slapeloosheid, angst, prikkelbaarheid, gejaagdheid, spierpijn, 
                             trillerigheid en transpireren

  • Deze middelen zijn voor kortdurend gebruik

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een angststoornis?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Video

Voorbeelden

Slide 11 - Tekstslide

Bijwerkingen anxiolytica en hypnotica

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een psychose?

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Video

Beleving psychose via een VR bril
Vanaf 7:30

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Positieve en negatieve symptomen bij psychose
Positief: alle gedrag en verschijnselen die afwijkend zijn (wanen en hallucinaties)
Negatief: dingen die iemand mist zoals energie, initiatief en inspiratie, emoties (vervlakking).

Slide 17 - Tekstslide

Antipsychotica

Indicatie: Schizofrenie, schizo-affectieve stoornis, psychotische depressie,                         BPS, na operatie (delier)

Werking: Onderdrukken psychotische verschijnselen, demping Dopamine,                          effect 3 a 4 weken
Wat is een schizo-affectieve stoornis? (zoek op)


Slide 18 - Tekstslide

Voorbeelden
 Klassieke antipsychotica zoals chloorpromazine, haldol, perfenazine, orap,
                                                                  zuclopentixol (cisordinol)
Vooral effect op pos. symptomen

Atypische antipsychotica zoals risperdal, seroquel (quetiapine), zyprexa,       
                                                                  clozapine, abilify
Vooral effect op neg. symptomen

Slide 19 - Tekstslide

Bijwerkingen antipsychotica

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een depressie volgens jou?

Slide 21 - Open vraag

Antidepressiva

Indicatie: Depressie, paniekstoornis, obsessieve compulsieve stoornis, 
                     sociale fobie/sociale angststoornis, posttraumatische                    
                     stressstoornis

Werking: Beïnvloeden serotonine en noradrenaline, effect na 2-4 weken

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeelden
  • SSRI (selectieve serotonine heropname remmers) 
       Citalopram, Ecitalopram, Fluoxetine, Fluvoxamine, Paroxetine,  Sertraline
  • SNRI (serotonine-norepinefrine heropname remmers) 
       Efexor, Cymbalta
  • TCA (tricyclische antidepressiva)                                                                                        Amitriptyline, Nortriptyline
  • MAO remmers mono-amino-oxidase-remmers 
       Parnate 

Slide 23 - Tekstslide

Bijwerkingen antidepressiva 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Wat is een stemmingsstoornis volgens jou?

Slide 26 - Woordweb

Stemmingsstabilisatoren
Indicatie: Snel veranderende stemmingswisselingen, bipolaire                         stoornis, voorkomen van een volgende ziekte-  episode

Werking: Lithium: verminderen vrijkomen van serotonine en                              bevorderen van de heropname ervan (vermindert                              stemmingsschommelingen).  Effect na 1-2 weken

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeelden
Lithium, Priadel, Camcolit, Litarex (Lithiumcarbonaat)

Zoek op: wat is Lithium?
 
anti-convulsiva: 
Carbamazepine (Tegretol, Carbymal ), Valproaat, Depakine, Convulex, Propymal (Valproïnezuur), Lamictal  (Lamotrigine)

Slide 28 - Tekstslide

Bijwerkingen stemmingsstabilisatoren

Slide 29 - Tekstslide

Wat heb je onthouden van deze les?

Slide 30 - Open vraag

Opdracht als oefening voor de toets:
Zoek 3 soorten psychofarmaca uit en schrijf op: indicaties, contra-indicaties, werking en bijwerkingen.

Slide 31 - Tekstslide