Uitleg les 1: Hoofdstuk 1 Beroepen en Werkvelden

• Zorg en Welzijn
• Assisteren in de gezondheidszorg
• Middelbare school
• vmbo b, k, t
• Leerjaar 4

kennissen/ideeën

Welke van de volgende eigenschappen is het meest belangrijk als tandartsassistente?

1. Dat je er verzorgd uitziet.
2. Dat je hygiënisch werkt
3. Dat je op tijd komt
4. Dat je snel werkt

Wie is het aanspreekpunt voor de specialist en de cliënten?

1. Apothekersassistente
2. Assistente consultatiebureau
3. Medische secretaresse
4. Tandartsassistente

Jij bent doktersassistente en iemand komt bij jou aan de balie. Je ziet dat deze persoon erg bang is omdat hij op ziet tegen een ingreep. Wat doe je?

1. Je stelt deze persoon gerust en probeert je in te leven
2. Je verwijst deze persoon naar de wachtkamer
3. Je zegt dat hij niet bang hoeft te zijn en stuurt hem door naar de wachtkamer
4. Je doet niets. Geruststellen is een taak van de dokter

Een tandartsassistente mag zelfstandig een gaatje vullen

1. Waar
2. Niet waar

Waarom verwerkt de assistent consultatiebureau de gegevens in het dossier van het kind?

1. Zodat de arts of wijkverpleegkundige de groei en ontwikkeling van het kind in de gaten kan houden
2. Zodat de huisarts kan zien hoe het met het kind gaat
3. Zodat de ouders dit kunnen zien
4. Zodat je de gegevens zelf nog eens terug kunt zoeken

Wat is een taak van een doktersassistente?

1. Afspraken inplannen cliënten
2. Cliënten doorverwijzen naar het ziekenhuis
3. Telefonische spreekuren met cliënten
4. Medicijnrecepten voorschrijven

Over welke kennis moet een tandartsassistente beschikken?

1. Anatomie van het gebit
2. Vervaardigen van kunstgebit
3. Werking van de spijsvertering
4. Mondhygiëne

Wat is beroepsgeheim

1. dat je thuis niet alles over je werk vertelt
2. Als je niet mag vertellen welk beroep je hebt

Als verpleegkundige kun je werken in:

1. een gevangenis
2. een verpleeghuis
3. een ziekenhuis
4. alle antwoorden zijn goed

Wat is de belangrijkste taak van een apothekersassistente?

1. Medicijnen in doosjes inpakken
2. De hele bijsluiter voorlezen aan de patiënt
3. Uitleg geven over medicatie
4. Medicijnen voorschrijven

Wat doet een thuiszorg verpleegkundige?

1. Het huishouden
2. Helpen met boodschappen doen
3. Helpen met dagelijkse zorg
4. Helpen een huis te kopen