fictie 1.1 week 2

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Heb je uit het Basisboek literatuur p. 38 +
P. 91 tm 93 gelezen?
ja
nee
half

Slide 3 - Poll

Als een schrijver nadrukkelijk naar de werkelijkheid verwijst in een werk: is het dan nog fictie?
ja
nee

Slide 4 - Poll

Slide 5 - Tekstslide

Bevat een historische roman altijd een een gebeurtenis die echt in het verleden heeft gespeeld?
A
Ja
B
Nee
C
Hoeft niet
D
dan is het non-fictie

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

fictie

Slide 8 - Woordweb

Mag er in non-fictie fantasie gebruikt worden of MOET de werkelijkheid verteld worden?
ja
nee

Slide 9 - Poll

Wat wordt bedoeld met de tendens dat non-fictie literairder wordt/verhalender?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Welke uitspraak is ONWAAR?
A
Een schrijver kan bewust spelen met feiten en fictie om het verhaal waarachtiger te maken.
B
Fictie en werkelijkheid staan lijnrecht tegenover elkaar.
C
In fictie verzinnen de auteurs de werkelijkheid.
D
In non-fictie moeten de auteurs de werkelijkheid vertellen.

Slide 12 - Quizvraag

noteer!
1. Er zijn drie leeftijdscategorieën jeugdliteratuur in brede zin.
2. Noteer de verschillen met volwassenliteratuur.
3. Noteer de overeenkomsten met volwassenliteratuur.
4. Kunnen alle leeftijdscategorieën in mindere of meerder mate literair zijn?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Jeugdliteratuur en Didactiek
Er is een verschil tussen lectuur en literatuur,
Lectuur: fictionele teksten die vrij vlot lezen en geen ander effect hebben dan plezierige ontspanning.

Is absoluut NIET minderwaardig. Geen scherpe grens te trekken.

Slide 16 - Tekstslide

literaire criteria

Slide 17 - Woordweb

Noteer: literaire criteria
1. de mate van originaliteit
2. het vakmanschap van de schrijver
3. interne logica en geloofwaardigheid
4, gelaagdheid en open plekken.

Slide 18 - Tekstslide

Wat is cross-over-literatuur?

Slide 19 - Open vraag

Wat is dus literatuur

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Ik verklaar plechtig dat ik Boy7 gelezen heb.
Absozekerwetenluut
Ik jok.
ik heb het niet helemaal gelezen.

Slide 23 - Poll

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Basisboek literatuur
Ruimte p. 169 tm 170
Tijd p. 171 tm 172

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Ik heb klankkenmerken uit het Basisboek literatuur bestudeerd.
Yep
Nope

Slide 36 - Poll

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide